145 / 290
D-pupillen
|
145
Na dit opwarmende kwartiertje vangt de eerste, echte oefenvorm aan. Dit is
een vereenvoudiging van 4 tegen 4, passend bij de gekozen doelstelling.
Daarna passen de spelers het geleerde toe in een 4 tegen 4 vorm. Hierbij
leg je een relatie naar hun taken in de wedstrijd. Hierna volgt een groot
partijspel. 6 tegen 6, 7 tegen 7, 8 tegen 8, afhankelijk van het aantal
spelers. Je observeert in hoeverre spelers het geleerde toepassen in deze
meer complexe vorm. Het geheel sluit je af met een korte nabespreking.
In de halfjaarplanning leg je van tevoren vast welke doelstellingen je
wanneer gaat trainen en maak je een keuze uit de mogelijke oefenvormen.
Maar binnen de geplande doelstelling en de gekozen oefenvorm is het aan
jou om accenten aan te brengen. Dat kan door middel van de aanwijzingen
die jij geeft. Wat heb je de laatste wedstrijd ‘gelezen’? Wat lieten de spelers
al wel zien, wat kan nog beter? Onnodig balverlies, onmogelijke passes,
onvoldoende van het doel afspelen, te veel ruimte geven aan de tegen
stander, de bal te snel afspelen? En wat was de rol van de tegenpartij,
waren ze te goed of juist matig?
Pas eventueel zelfs de doelstelling of oefenvorm hierop aan. Maar niet elke
week weer iets volslagen nieuws, want spelers én trainer hebben één, twee
trainingen nodig om aan een nieuwe vorm te wennen. Laat de actuele
voetbalproblemen altijd onderdeel zijn van een groter geheel, een duidelijke
structuur. Kijk verder dan winst en verlies tijdens het weekend.
Indeling van de D-pupillentraining (75 minuten)
1
Warming-up zonder bal, maximaal 5 minuten;
2
Warming-up met bal, maximaal 10 minuten;
3
Oefenvorm gericht op aanvallen of verdedigen,
15-20 minuten;
4
Variatie van 4 tegen 4 gericht op het aanvallen of
verdedigen, 15-20 minuten;
5
Grote partijvorm (afhankelijk van het aantal spelers 6x6,
7x7, 8x8 of 9x9), 15-20 minuten;
6
Nabespreking training met spelers, maximaal 5 minuten.