D-pupillen
|
163
‘jongens! De laatste vorm, daarna partijtje tegen de D3.’
twee parallelle rijen spelers – linker- en rechteraanvallers – stellen zich
op ter hoogte van de middenstip, met de neus richting doel. richting doel
passt een aanvalsduo de bal zigzaggend heen en weer totdat de bal
eindigt bij de rechteraanvaller op zo’n dertig meter van het doel. De linker-
aanvaller sprint dan naar de achterlijn, ontvangt daar een lange pass van
de ander, neemt de bal aan in hoogstens drie keer aanraken én trekt hem
voor naar ‘de zestien’ – waarna de rechter aanvaller de bal aanneemt en
afrondt op doel.
Door toeval belandt de rechtsbenige isak in het linkerrijtje. sprintend
richting de linkerachterlijn ontvangt hij van de rechtsbenige zeno de bal
netjes op zijn rechtervoet. Maar om de bal vervolgens goed te kunnen
terugplaatsen op zeno bij de zestien, moet isak helemaal om de bal heen
lopen, wat veel tijd kost. in de wedstrijd was hij vermoedelijk de bal allang
kwijt geweest. komt bij dat de centrale verdediger van de D4 zelden of
nooit in die positie aan de andere kant van het veld terecht komt. zou het
zinvoller zijn als hij op taken oefent die bij zijn positie horen? en als Paul
De D4 oefent nog steeds ‘voetbalonecht’ 1x1 met keeper, maar met meer competitie en inzet.