165 / 290
D-pupillen
|
165
Te makkelijk of te moeilijk
Een oefenvorm die spelers beter leert opbouwen, verloopt glad. Het
aanvallende team creëert de ene kans na de andere. Wat nu? Je wilt ze
leren nóg beter op te bouwen en maakt de vorm moeilijker. Zo moeten ze
meer moeite doen om kansen te creëren.
Als een vorm te makkelijk is – of te moeilijk – verliezen spelers hun
motivatieen concentratie. Het is de kunst de vorm precies zo af te stellen
dat het ze uitdaagt om iets meer hun best te doen. Een ‘dwingende
organisatie’ noemt men dat. Spelers beleven er dan ook meer plezier aan.
Geef ze daarbij wel de ruimte om zelf oplossingen te bedenken.
Je maakt een vorm voor de aanvallende partij moeilijker door de weerstand
te verhogen. Je maakt de ruimte smaller of korter – of je breidt het team
van de tegenpartij uit met een extra speler. Je kunt ook de spelregels
aanpassen, maar pas hiermee op. Een opdracht als doelpunten tellen
alleen na een finale pass, niet na een solo – is niet wedstrijdecht. Je kunt
wel het verdedigende team helpen door ze slimme tips te geven bij het
storen. Voetbal zelf niet mee als steun – ook dat is niet wedstrijdecht.
Lukt het de spelers niet om de bedoeling van de vorm te realiseren? Dan
maak je de vorm juist makkelijker door de weerstand te verlagen. Komt het
aanvallende team bijvoorbeeld niet tot een goede opbouw, dan maak je de
ruimte langer of breder of geef je ze een extra speler. Pas op met een
overtal van twee spelers in een oefenvorm met richting (dus geen positie
spel). Dit is een ongelijke vorm waardoor beide teams niet worden uitge
daagd. Vraag je steeds af of de aangepaste vorm nog wel voetbaleigen is.
Er moeten medespelers zijn, tegenstanders, spelregels, een afgebakende
ruimte, beide teams moeten kunnen scoren en... er moet een bal zijn.
Denk er ook aan dat de aanpassing nog voldoet aan de doelstelling. Als je
het voor het verdedigende team moeilijker wilt maken de opbouw te
verstoren, is het niet logisch spelers van het andere team de bal maximaal
twee keer te laten raken. Maak liever het veld groter. Vraag je steeds af of
de aanpassing ook leidt tot het gewenste effect. Veroveren de verdedigers
de bal in de grotere ruimte nog steeds te vaak? Dan is een extra aanvaller
een logische vervolgstap.