![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0057.jpg)
56
COMMERCIEEL TECHNICUS
Bijlage 2
Communicatieschema
informatie-
bron
ontvanger
(publiek)
zender
= filter en/of ruis
ontvanger
wordt zender
zender
wordt ontvanger
feedback
medium
boodschap
onderwerp,
doel, thema
a
Onderwerp
van de boodschap: waarover gaat de zender iets zeggen?
Doel
: wat wil de zender bereiken met deze boodschap?
informeren, activeren, mening vormen
Thema(‘s)
: wat wil de zender over het onderwerp zeggen, in verband met het doel?
b
Publiek
: wie is de ontvanger van de boodschap, bij wie wil de zender dat doel bereiken?
(b.v. functie of belangrijkheid van de persoon, voorkennis van het onderwerp, taal,
opvattingen, bevoegdheden, machtsmiddelen.)
Ben je zelf publiek, dus ontvanger:
Wie is de zender van de boodschap?
(b.v. functie of belangrijkheid van de persoon, voorkennis van het onderwerp, taal,
opvattingen, bevoegdheden, machtsmiddelen.)
c
Consequenties
: welke informatie over het onderwerp en thema’s komt in de boodschap,
rekening houdend met dit publiek en dit doel?
d
Medium
: door middel van welk medium kan/moet ik deze boodschap voor dit publiek (het
beste) overbrengen of ‘verpakken’?
Conventies
: welke (spel)regels gelden voor dit medium?
e
Opbouw van de boodschap:
rekening houdend met dit publiek, dit doel, dit onderwerp en
thema’s, wat komt er dan in:
Inleiding:
Kern:
Slot:
f
Ruis
: welke mogelijke ruis kan er ontstaan en (hoe) kan ik dat voorkomen?