88
|
E-pupillen De maandagavondtraining
Veel prikkels
In een vereenvoudigde partijvorm moeten de weerstanden aanwezig zijn die een E-pupil
ook tegenkomt in een zaterdagwedstrijd van 7 tegen 7. Een partijtje van 4 tegen 4
zonder keeper is de kleinste, uitgeklede vorm daarvan. Dit partijspel leent zich uitstekend
om te leren voetballen. De kleinere teams, de kortere speelduur, het kleinere veld, de
kleinere doelen en de versimpelde regels zijn factoren die kinderen dichtbij de essentie
van het voetbal houden.
De vele denkbare variaties op 4 tegen 4 (met 4 kleine doeltjes, lang smal veld, lijnvoetbal)
zijn even zo goed geschikt om het voetballen te ontwikkelen. In 4 tegen 4 komen ze op
weg naar het doel minder tegenspelers en medespelers tegen dan in een wedstrijd van
7 tegen 7. Ze belanden vaak in een situatie om voetbalhandelingen te oefenen. Situaties
om de bal aan te nemen, te dribbelen, te passeren, te passen en te schieten.
Met het variëren op bijvoorbeeld de manier van scoren beïnvloed je dat bepaalde voet-
balhandelingen bij het scoren vaker aan de orde komen. Zo zullen spelers bij 4 tegen 4
met grote doelen vaak in de situatie komen dat ze op doel kunnen schieten. Bij lijnvoet-
bal (scoren met de bal onder voet) oefenen ze juist meer op het behoud van balcontrole.
Hoe meer van deze prikkels in een uurtje training, hoe groter de leerbaarheid.
partijtje vier tegen vier
Een partijspel dat zich uitstekend leent om het voetballen te ontwik-
kelen is de basisvorm 4 tegen 4, dat als de kleinste vorm van de
echte wedstrijd kan worden gezien.
Lengte veld: 40 meter
Breedte veld: 20 meter
Doelen: 3 bij 1 meter
Pylonnen: op hoekpunten en ter hoogte van middenlijn
Markeringshoedjes: om de 10 meter
Geen doelman.




