HELPEN BIJ ETEN EN DRINKEN
9
Maarten klopt op de deur van de kamer van meneer Peeters.
Meneer Peeters is blij hem te zien. In het verzorgingshuis waar
hij woont kan hij iedere week kiezen tussen twee verschillende
menu’s. Meneer Peeters is zeer slechtziend. Maarten helpt hem
bij het invullen van de menulijst. Maarten maakt een praatje
met hem en begint dan met het invullen van de lijst. “Wilt u
maandag aspergesoep of groentesoep?”
Opdrachten voor je stage
In alle werkvelden van Zorg en Welzijn help je mensen bij de
dagelijkse levensbehoeften. Mensen kunnen niet zonder eten
en drinken. Daarom noemen we dit ook wel een fundamentele
levensbehoefte. Bij het helpen met eten en drinken houd je altijd
rekening met:
• de smaak en behoeften van de cliënt
• de kwaliteit van het eten en drinken
• wat de cliënt zelf kan
• aangepaste hulpmiddelen, bijvoorbeeld een tuitbeker,
antislipbord, aangepast bestek
• het tempo van eten en drinken
• de temperatuur van het eten en drinken
• de aantrekkelijkheid van het eten en drinken.
Als je nagaat wat jouw
behoeften zijn, kun je
waarschijnlijk nog meer
punten noemen waarmee
rekening je houdt als je
iemand anders helpt met
het eten en drinken.
