5
ONDERsTEUNEN BIJ PERsOONLIJKE ZORG/aDL
Werkprocessenmet de competenties van deze
beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
1.1
Maakt een werkplanning op basis van het zorg-,
leef-, begeleidings- of activiteitenplan
J
Formuleren en rapporteren
Q
Plannen en organiseren
R
Op de behoeften en verwachtingen
van de klant richten
T
Instructies en procedures opvolgen
1.3
Ondersteunt bij persoonlijke verzorging/aDL
D
aandacht en begrip tonen
K
Vakdeskundigheid toepassen
R
Op de behoeften en verwachtingen
van de klant richten
1.5
Handelt in onvoorziene situaties
J
Formuleren en rapporteren
T
Instructies en procedures opvolgen
3.3
Evalueert de werkzaamheden
J
Formuleren en rapporteren
R
Op de behoeften en verwachtingen
van de klant richten
Typering
Zorginstelling
In de dagplanning ziet Tessa dat ze vanmorgenmevrouw Verkerk gaat assisteren bij de aDL.
Ze leest het zorgplan, noteert de belangrijkste gegevens en vraagt bij haar begeleidster
na of dit klopt. Mevrouw heeft de ziekte van Parkinson, ze is nogal vergeetachtig en heeft
hulp nodig bij het uit bed komen en het lopen naar de doucheruimte. Tessa vraagt aan haar
leidinggevende of er verder nog bijzonderheden zijn. Daarna gaat ze naar mevrouw Verkerk.
“Goedemorgen, mevrouw Verkerk,” zegt Tessa als ze de kamer binnengaat.
“Kun jij niet eerst op de deur kloppen voordat je binnenkomt?” roept mevrouw boos.
“sorry!” zegt Tessa en ze voelt dat ze een kleur krijgt.
Ze loopt naar het bed en zegt: “U hebt gelijk, ik had eerst moeten kloppen.”
“Vindt u het goed als ik wat spullen klaarleg in de douche, zodat u nog eventjes kunt
blijven liggen?”
“Is goed, kind.”
“Welke kleren wilt u vandaag aan?”
Een paar minuten later helpt Tessamevrouw Verkerk handig en snel uit bed.
samen lopen ze naar de douche.
