Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  65 / 87 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 65 / 87 Next Page
Page Background

De vakantiebungalow

65

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk krijg je aanvullend op hoofdstuk 2.5 informatie over de manier van

evalueren, beoordelen, verantwoorden en kwalificeren.

Tijdens de uitvoering van een project wordt beoordeeld of je de werkprocessen die

bij je opleiding horen, competent uitvoert. Een werkproces omvat werkzaamheden

die je moet uitvoeren met een gewenst resultaat.

Er wordt beoordeeld of je de bij het werkproces vereiste competenties voldoende

hebt ontwikkeld en ingezet hebt. Per onderliggende competentie wordt gekeken

naar het resultaat van je werkzaamheden, naar je gedrag en naar het inzetten van je

kennis en vaardigheden.

Dit wordt gedaan door:

Productbeoordeling.

Je beoordelaar stelt vast of je product voldoet aan de eisen die bij het product

staan aangegeven. Een product kan een tekening, een werkstuk of een rapport

zijn. Maar ook een dienst of een tevreden klant enzovoort.

Observatie.

Je beoordelaar observeert je als je aan het werk bent. Hij stelt vast of je voldoet

aan de eisen die bij de competenties worden gesteld.

Beoordelingsgesprek.

Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis

en vaardigheden je hebt ingezet. Hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is

geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd.

Presentatie.

Je legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardig-

heden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest wanneer je een

werkproces in een groep hebt uitgevoerd.

Reflectieverslag.

Je beoordelaar leest in je verslag waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en

wat je precies gedaan hebt om tot het resultaat te komen.

Achtergrondinformatie over het evalueren en beoordelen bij deze methode vind je

in het Basisdocument PW 0.