BEROEPSTAAK
MIG/MAG 2
14
ACTIVITEITEN
OEFENING POSITIELASSEN VAN
HOEKLASVERBINDINGEN
1
Voorbereiding oefening
De positie waarin een las gelegd moet worden is een heel belangrijk
element waarmee rekening gehouden moet worden. De meest
eenvoudige positie is onderhands lassen, we noemen dat ook wel
‘lassen in het gootje’. Dit is echter lang niet altijd mogelijk. Een grote
constructie kan niet altijd zo worden neergelegd dat onderhands
lassen mogelijk is.
1 Wat kunnen de gevolgen zijn wanneer je regelmatig te veel stra-
ling, die vrij komt bij de vlamboog, in je ogen krijgt?
2 Welke twee soorten straling komen vrij bij de vlamboog?
3 Hoe wordt de mate van lichtfiltering door de lasruitjes
aangegeven?
4 Op welke manier kunnen de lasdampen het beste worden
afgezogen?
5 Bij MIG/MAG lassen komt alleen gelijkstroomals stroombron in
aanmerking. Hoe heet een apparaat dat van wisselstroom
gelijkstroom maakt?
6 Om welke reden komt voor MIG/MAG lassen alleen
gelijkstroom in aanmerking?
7 Bij MIG/MAG lassen heeft de stroombron een vlakke
karakteristiek. Dat wil zeggen: een grote verandering van de
stroomsterkte veroorzaakt een kleine verandering van de
spanning. Wat is de invloed van de booglengte op de spanning
en de stroomsterkte?
8 Waaraan moet de draadaanvoersnelheid gelijk zijn?
9 Wat is het gevolg als de draadaanvoersnelheid te groot is?
10 Wat is het gevolg als de draadaanvoersnelheid te klein is?
11 Wanneer je niet precies weet hoe groot de
draadaanvoersnelheidmoet zijn, waarmee kun je dan het beste
beginnen; met een te hoge of een te lage
draadaanvoersnelheid? Verklaar je antwoord.
12 Wat wordt er bedoeld met de uitsteeklengte?
13 Wat is het gevolg van het vergroten van de uitsteeklengte?
14 Door welke oorzaak wordt een las te bol?
15 Wat moet je aan de instellingen veranderen als een las te hol
is?
16 Waarom is het noodzakelijk sommige lasnaden in meerder
lagen te lassen?