Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  15 / 42 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 15 / 42 Next Page
Page Background

15

17 Laat met behulp van tekeningen zien wat het verschil is tussen

een las in tweelagen en een las in twee lagen waarvan de

tweede laag uit twee snoeren bestaat.

18 Waarom is het nodig een tweede laag met twee snoeren aan te

brengen?

19 Moet je de instelling van de apparatuur wijzigen bij het

aanbrengen van de tweede laag? Zo ja, waar bestaat die

wijziging uit?

20 Eén van de gevaren bij MIG/MAG lassen is dat er ‘te koud’ wordt

gelast. Wat wordt hiermee bedoeld?

21 Hoe kan het probleem van te koud lassen worden opgelost?

22 Een hoeklas is aangegeven met een a-hoogte 3 mm. De las

heeft uiteindelijk een a-hoogte van 4 mm. Bereken:

a Hoeveel cm

3

lasmateriaal er per meter laslengte meer

neergesmolten is dan noodzakelijk was.

b Hoe groot het verschil is in procenten.

Er zijn 6 oefeningen hoeklassen, telkens in een andere laspositie, je

vindt deze op tekeningen MIGMAG2-94300-12-02 t/m 07. Je kunt

ook aan je praktijkopleider vragen naar een vergelijkbare opdracht.

Bekijk de tekeningen van de opdrachten en voer de onderstaande

activiteiten uit voordat je met de oefeningen begint.

23 Maak een materiaal- / zaaglijst aan de hand van de tekeningen

van de oefeningen.

24 Maak een lijst van de lasnaadvormen en zet daar de waarden

van de instellingen in, zoals spanning en draadsnelheid.

25 Controleer of de lasapparatuur is aangesloten en ingeschakeld.

26 Controleer of de gastoevoerafsluiter geopend is.

2

Uitvoeren oefening

Je hebt nu alle voorbereidingen van deze oefeningen doorlopen. Je

kunt nu beginnen met het uitvoeren van de praktijkoefeningen.

1 Stel de lasapparatuur op de juiste waarden in, vraag zonodig in-

structie aan je praktijkopleider.

2 Laat één en ander controleren door de praktijkopleider.

3 Ga pas na overleg met je praktijkopleider de lasoefeningen

maken.

4 Maak het/de werkstuk(ken) volgens de gegevens van de

tekeningen.

5 Haal de lasspatten en bramen weg.

6 Laat de praktijkopleider het resultaat van elke oefening zien

voordat je met de volgende begint.