Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  11 / 107 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 11 / 107 Next Page
Page Background

2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT

11

Personeel en organisatie

Beoordelingsmethoden bij het beoordelen van competenties

Om tot een zo objectief mogelijk oordeel te komen word je

beoordeeld door meerdere personen, op meerdere plaatsen en op

meerdere manieren.

Om jouw werken op meerdere manieren te kunnen beoordelen,

worden vijf beoordelingsmethoden ingezet:

1. Observatie

Je beoordelaar observeert je als je aan het werk bent. Hij stelt

vast of je werkt volgens de prestatie-indicatoren en of je kennis en

vaardigheid toont.

2. Beoordeling van de dienst

Je beoordelaar stelt vast of de door jou getoonde activiteiten

of opgeleverde bewijzen de gevraagde resultaten voldoende

borgen. Wanneer de gevraagde resultaten diensten omvatten,

worden de eisen voor deze diensten apart benoemd in het

beoordelingsformulier.

3. Reflectieverslag

Je beoordelaar leest in je verslag waarom je bepaalde keuzes hebt

gemaakt en wat je precies gedaan hebt om tot het resultaat te

komen.

4. Beoordelingsgesprek

Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt,

welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet. Hij achterhaalt zo

nodig wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in

een groep hebt uitgevoerd.

5. Presentatie

Je legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis

en vaardigheden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest

wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd.

In bijlage 1 staat omschreven wat deze beoordelingsmethoden

precies inhouden en hoe en door wie ze worden uitgevoerd.