31 / 107
5 UITVOERING
31
Personeel en organisatie
Deelproject C
Werkproces 1.6 Voert (mede) functionerings en
beoordelingsgesprekken met
werkplaatsmedewerkers
Je voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met
werkplaatsmedewerkers.
Aan de hand van de functioneringsgesprekken signaleer je hiaten
in kennis en vaardigheden. Je inventariseert hun opleidings-
en ontwikkelingsbehoeften en neemt kennis van suggesties
en ideeën. Je stelt, eventueel samen met de desbetreffende
werkplaatsmedewerker, het persoonlijk ontwikkelingstraject vast.
Naar aanleiding van de beoordelingsgesprekken die je voert,
doe je een voorstel aan het bedrijfsmanagement of een
werkplaatsmedewerker in aanmerking komt voor promotie, een
verhoging in salaris of een extra beloning. Ook kunnen de resultaten
van een aantal beoordelingsgesprekken, met een specifieke
medewerker, leiden tot het starten van een ontslagprocedure.
De resultaten van de functionerings- en beoordelingsgesprekken
verwerk je in de personeelsdossiers.
Het resultaat is dat:
• Uitgevoerde functionerings- en beoordelingsgesprekken volgens
bedrijfsprocedure, of bij wet, zijn vastgelegd en gearchiveerd in
het personeelsdossier.
• Opleidings- en ontwikkelingsbehoeften, tekortkomingen,
suggesties en ideeën van medewerkers zijn gecommuniceerd
met de medewerkers en het management en zo mogelijk vertaald
naar een POP.
• Voorstellen voor promotie (in functie en/of salaris), extra
beloningen, beëindiging of aanpassing van de dienstbetrekking.
Bewijsstukken voor je examendossier:
• Ingevuld formulier functioneringsgesprek
• Ingevuld formulier beoordelingsgesprek
• Aangevuld dossier
• Reflectieverslag competentie A
• Reflectieverslag competentie J