Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  41 / 80 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 41 / 80 Next Page
Page Background

MBO-Verpleegkundige

Fase 1

41

1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort

gezondheid en welbevinden

J Formuleren en rapporteren

K Vakdeskundigheid toepassen

R Op de behoeften en verwachtingen

van de ‘klant’ richten

1.9 Evalueert de zorgverlening

D Aandacht en begrip tonen

J Formuleren en rapporteren

M Analyseren

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie

Als verpleegkundige denk je na over de wijze waarop je zorgvragers verpleegt en waarom. Met

dit denkproces sta je aan het begin van systematisch en doelgericht handelen. Welke zorg wil je

bieden, vanuit welke visie op verplegen? ‘Waarom, hoe, wat en in welke stappen’ zijn onderdelen van

het planmatig verplegen. Het planmatig verplegen en het verpleegplan gaan hand in hand.

Het maken van een verpleegplan doe je om de volgende redenen:

• Het vaststellen van wat belangrijk is in de zorgverlening, voor zowel de individuele zorgvrager als

een groep zorgvragers.

• Het is een middel om de zorg af te stemmen en te coördineren.

Maureen vertelt over de verpleegplannen in het ziekenhuis: “In het begin toen ik op de afdeling kwam werken,

vond ik het digitale zorgdossier best ingewikkeld. Het duurde even voor ik het systeem begreep, maar nu ik

er aan gewend ben, vind ik het erg handig. Ik kan direct zien wat er met de zorgvrager aan de hand is, welke

zorg ik moet bieden en waar ik op moet letten! Dit systeem werkt een stuk gemakkelijker dan de papieren

rompslomp.”

Janine vertelt over de zorgleefplannen in het verzorgingshuis waar zij stage loopt: “In een zorgleefplan wordt

gekeken naar een zo prettig mogelijk leven van de zorgvrager in het tehuis. Niet de zorgproblemen zijn

uitgangspunt, maar wel hoe iemand leeft en wat hij daarbij nodig heeft. Dat is soms best wel eens lastig. Mw.

Brander, bijvoorbeeld, slaapt het liefst uit en komt pas om 11 uur uit bed. Dat is ze zo gewend. ’s Avonds blijft

ze graag laat op, maar dan slaapt iedereen al. Ze belt dan steeds omdat ze toch om een praatje verlegen

zit. Als we de tijd hebben, dan gaan we ook wel naar haar toe maar dat lukt niet altijd. Het valt niet mee om

binnen het huidige budget het iedereen naar de zin te maken.”

Marcia vertelt over het verpleegproces bij haar op de afdeling in de geestelijke gezondheidszorg: “Op de

afdeling hebben we naast de individuele verpleegplannen ook groepsbegeleidingsplannen. Negatieve

interacties komen nogal eens voor. We zijn al een poos gericht op conflicthantering in de groep waar de

spanning wel eens hoog kan oplopen. Dat maakt de sfeer in de groep onveilig. Een groepsplan is een

vereiste om met elkaar op één lijn te zitten qua begeleiding. Neem als voorbeeld gisteravond. Iedereen is in

de huiskamer. Steve en Gert kijken televisie. Steve staat op om naar de wc te gaan. De deur is nog maar net

dicht of Gert gaat op de stoel van Steve zitten. “Zo, dit kijkt lekkerder,” zegt hij meer tegen zichzelf dan tegen

de anderen. Wanneer Steve terugkomt, eist deze zijn stoel weer op. Gert weigert op te staan: ”De stoelen zijn

hier niet verhuurd,” zegt hij venijnig. Waarop Steve kwaad wordt en begint te schelden. Ik heb toen ingegrepen.

In het plan staat dat bij een conflict in de groep alles stopgezet wordt en er eerst afgekoeld moet worden om

het daarna met elkaar uit te praten. Ik heb de televisie uitgezet en benoemde de afspraak. Steve liep kwaad

weg, terwijl Gert in z’n stoel bleef zitten en zei: “Boeiuh…, effe ‘n een incidentje. Zet nou die knop maar weer

om.”