Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  37 / 60 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 37 / 60 Next Page
Page Background

37

TOELICHTING BIJ STAP 4

Tijdens de laatste stap gaan we beoordelen en evalueren. We gaan terugkijken HOE de leerling het

werk heeft gedaan en WAT hij heeft gedaan.

Ze gaan het resultaat van de opdracht aan de werkgever (projectbegeleider / vakdocent) presenteren.

De leerling laat zien wat hij gedaan heeft.

Verder geef hij aan HOE hij tot dit resultaat is gekomen.

Vragen over het eigen leerproces komen aan bod.

• Voldoet het product aan de gestelde eisen?

• Hoe controleer je dat?

• Welk proces heb je doorlopen?

• Wat voor procedures zijn er gebruikt?

• Aan wie ben je verantwoording schuldig?

• Is de klant tevreden?

• Welke competenties zijn ontwikkeld en op welke manier?

• Welke werkwijze past bij jou?

• Wat ging er goed of niet zo goed?

• Wat zou je een volgende keer veranderen?

Deze evaluatie wordt vastgelegd in het Portfolio van de leerling.

De presentatie van WAT hij gedaan heeft, kan apart van een presentatie HOE hij het gedaan heeft. Een

samenvatting van dit gesprek wordt vastgelegd in het Portfolio. De leerling legt tevens vast welke

competenties hij moet ontwikkelen in de volgende projecttaak.

Tenslotte moet het urenverantwoordingsformulier nog ondertekend worden.

KERNTAKEN, WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES

• Zie de beoordelingsmonitor van deze projecttaak.

• Zie voor de onderdelen Nederlands, Moderne Vreemde Talen, Rekenen en Wiskunde en Leren,

Loopbaan en Burgerschap de eisen die vermeld staan in hoofdstuk 2 paragraaf 2.3.

STUDIEBRONNEN

• Zie de vorige stap.

TE BEHANDELEN LESSTOF

Nederlands

• Presenteren

• Gesprekken voeren: het evaluatiegesprek

• Verslaggeving

Moderne vreemde talen

• Niet van toepassing

Rekenen en wiskunde

• Niet van toepassing

Leren, loopbaan en burgerschap

• Kennis van een aantal instrumenten en informatiebronnen voor het verwerven van informatie over

eigen kwaliteiten, wensen en waarden.

• Kennis van methoden en technieken voor het aangaan, onderhouden en benutten van

netwerkrelaties.

• Beheersen van technieken voor de confrontatie van eigen opvattingen met die van anderen.

• Vaardigheden om te denken over een toekomst, identiteit, drijfveren en motieven, stijlen van

leven, leren en werken.

• Kennis van hulpmiddelen daarbij.

• Kennis van bronnen en van informatie over waarden en persoonlijke kwaliteiten:

beroepeninformatie, beroepsbeoefenaren, personeelsadvertenties.

• Vaardigheden om informatie te verzamelen.

Kent en beheerst methoden en technieken toe voor het onderhouden en benutten van

netwerkrelaties.

• Analysetechnieken / schema’s om informatie te ordenen, zodat er conclusies getrokken kunnen

worden.

• Presenteren van zichzelf door middel van bijvoorbeeld weblog, portfolio’s en Curriculum Vitae.