28
TOELICHTING BIJ BEOORDELING
Tijdens de opleiding ontwikkelt de leerling zijn competenties. Daarin moet wel vooruitgang te zien
zijn. De competenties moeten uiteindelijk voldoen aan de eisen van het eindniveau van de opleiding.
In het kwalificatiedossier staan deze vermeld.
De leerling krijgt een beoordeling voor de beheersing van de competenties. In de beoordelingsmonitor
staat aangegeven op welke onderdelen de competenties beoordeeld gaan worden.
Er vindt beoordeling plaats op:
• Product
• Competent gedrag
De projecttaken worden in opklimmende moeilijkheid uitgevoerd.
Beoordelaars kunnen zijn:
• De vakdocenten
• De projectbegeleider
• Leden van de projectgroep
• Externe deskundigen
• De praktijkopleider
• De praktijkbegeleider
De beoordelingsmonitor
Bij elke projecttaak hoort een beoordelingsmonitor. In die monitor wordt elk in te leveren beroepspro-
duct gekoppeld aan een werkproces. Bij een werkproces horen een aantal competenties. Deze staan
per werkproces in de beoordelingsmonitor aangegeven. De Excel-versie van deze monitor is te down-
loaden via de site:
www.consortiumbo.nl.
In de beoordelingsmonitor staat bij elk beroepsproduct aangegeven:
• De werkvorm (individueel, projectgroep, groep (2))
• De beoordelingsvorm
• De beoordelaars (vakdocent, projectbegeleider, leden projectgroep, student, externe deskundigen
en later ook de praktijkbegeleider)
Beoordelingsinstrumenten
Er zijn verschillende methodes om de leerling te beoordelen. Dit worden beoordelingsinstrumenten
genoemd. In de beoordelingsmonitoren wordt gebruik gemaakt van de volgende 9 beoordelings-
instrumenten:
Er zijn verschillende methodes om de leerling te beoordelen. Dit worden beoordelingsinstrumenten
genoemd. In de beoordelingsmonitoren wordt gebruik gemaakt van de volgende 9 beoordelings-
instrumenten:
1. De beoordeling ingeleverde producten (P)
2. De kennistoets (k)
3. Het evaluatiegesprek (E)
4. Het beroepstaakdossier (BD)
5. De vaardigheidstoets (v)
6. Het criteriumgericht interview (ci)
7. De presentatie: presentatie (p) en eindpresentatie (ep)
8. De 360 graden feedback (F)
9. Het functioneringsgesprek (FG)
DAG-score
Bij elke stap van de projecttaak worden de werkprocessen met bijbehorende competenties en presta-
tie-indicatoren benoemd. Er wordt er ook een beoordeling van competent gedrag en beroepshouding
gegeven.
• Welk competent gedrag is getoond tijdens de uitvoering van de projecttaak?
• Hoe was de beroepshouding volgens de competenties met de bijbehorende prestatie-indicatoren?