Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  20 / 38 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 20 / 38 Next Page
Page Background

BEROEPSTAAK

TIG 2 ALUMINIUM

20

Afbeelding 3:

2 OEFENING V-LAS EN I-LAS VERBINDINGEN

ACTIVITEITEN

1

Voorbereiding oefening

1 Een kleine vooropening is economisch aantrekkelijk. Wat zijn

de nadelen van een kleine vooropening?

2 Waarom mag de vooropening en de openingshoek van een V-

naad lasverbinding niet onnodig groot zijn?

3 Hoe groot is de openingshoek bij het maken van een V-naad bij

het TIG-lassen?

4 Waarom is in de laspositie PG de lasdoorsnede per laag of

snoer beperkt?

5 Er zijn diverse toevoegdraadsoorten te verkrijgen die verschillen

in samenstelling. Waarvan is de keuze van te gebruiken

draadsoort afhankelijk?

6 Hoe kun je de verschillende draadsoorten van elkaar

onderscheiden?

7 Waarvan is de in te stellen gashoeveelheid afhankelijk?

8 Wat zijn de gevolgen van een te hoog of te laag ingestelde

gashoeveelheid?

9 Zoek op of bekijk een gasfles. Schrijf op hoe groot de maximale

druk van het gas is in een fles.

10 Je hebt een nieuwe volle fles menggas van 90 liter en je last

met 10 liter gas per minuut. Bereken hoeveel uur je met deze

fles kunt lassen.

11 Je bent op karwei, je gasfles ligt buiten. Er zit op de fles van 90

liter nog een druk van 110 bar, de temperatuur van de fles is

22

°

. Je komt na de lunch terug op je werkplek en ziet dat de fles

in de zon ligt en dat de druk is opgelopen tot 120 bar. Bereken

hoe hoog de temperatuur van de fles is.

12 Waardoor ontstaan bindingsfouten?

13 Welke Aluminiumsoort heeft dezelfde uitzetting als

ongelegeerd staal?

14 Waarom is het van belang om de werkstukklem direct op het

werkstuk te plaatsen en niet aan de stalen tafel waar het

werkstuk op ligt?

15 Waarmee wordt de capaciteit van een lasapparaat

aangegeven?

16 Wat is de betekenis van de term ‘inschakelduur’?

17 Bij het lassen wordt veel warmte aan het materiaal toegevoegd.

Als gevolg hiervan zal het materiaal vervormen. Hoe noemen

we die vervorming?

18 In welke richtingen, ten opzichte van de las, kan die vervorming

plaatsvinden? Laat dit met een aantal tekeningen zien.