Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  21 / 38 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 21 / 38 Next Page
Page Background

21

STAP 3 VOORBEREIDEN

19 Op welke manier kan die vervorming worden tegengegaan?

20 Om er zeker van te zijn dat een las sterk genoeg is, wordt er veel

onderzoek gedaan. Wat wordt er gemeten bij een trekproef?

21 Wat wordt er gedaan in een buigproef op een las? Maak dit

duidelijk in een tekening.

22 Wat wordt er gemeten in een kerfslagproef?

23 Als je een las wilt onderzoeken zonder deze stuk te maken,

welke onderzoekmethoden zijn daarvoor beschikbaar? Geef

van minstens drie onderzoekmethoden een omschrijving: hoe

het werkt en wat er dan onderzocht wordt.

Er zijn twee oefeningen V-naad en I-naad lasverbindingen. Je vindt

deze op de tekeningen TIG2-Alm-94300-05 en -06. Je kunt ook aan

je praktijkopleider vragen naar een vergelijkbare opdracht. Bekijk de

tekeningen van de opdrachten en voer de onderstaande activiteiten

uit voordat je met de oefeningen begint.

24 Maak een materiaal- / zaaglijst aan de hand van de tekeningen

van de oefeningen.

25 Maak een lijst van de lasnaadvormen en zet daar de waarden

van de instellingen in, zoals spanning en draadsnelheid.

26 Controleer of de lasapparatuur is aangesloten en ingeschakeld.

27 Controleer of de gastoevoerafsluiter geopend is.

2

Uitvoeren oefening

Je hebt nu alle voorbereidingen van deze oefeningen doorlopen. Je

kunt nu beginnen met het uitvoeren van de praktijkoefeningen.

1 Stel de lasapparatuur op de juiste waarden in, vraag zonodig in-

structie aan je praktijkopleider.

2 Laat één en ander controleren door de praktijkopleider.

3 Ga pas na overleg met je praktijkopleider de lasoefeningen

maken.

4 Maak het/de werkstuk(ken) volgens de gegevens van de

tekeningen.

5 Haal de lasspatten en bramen weg.

6 Laat de praktijkopleider het resultaat van elke oefening zien

voordat je met de volgende begint.

3

Controle oefening

1 Maak een controlelijst van de gemaakte oefeningen.

2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt

voldaan.

3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen

controlelijsten.

4 Ruim de werkplek op, schakel de lasmachine uit en draai de

gastoevoerafsluiter dicht.