15
Voorbereiden
4.1
Ga met je basisgroep bij elkaar zitten en kijk in de werkplaats /
praktijklokaal welke lasapparatuur daar aanwezig is.
1 Maak samen een lijst met de namen van drie verschillende
lasprocessen (methoden).
2 Maak samen van één van de lasprocessen een verkorte
gebruiksaanwijzing en leg uit hoe dit lasproces werkt.
3 Overleg met de basisgroep waar je aan moet denken als je
gaat lassen.
Maak van deze aandachtpunten een lijst.
4 Maak een lijst en zet de drie lasprocessen onder elkaar. Schrijf
er achter welke metalen je met ieder proces kunt lassen.
4.2
Voor je gaat lassen moet je de materialen vet en roest vrijmaken
om een goede las te kunnen maken. Hier kun je een slijpmachine
voor gebruiken. Ook kun je met een slijpmachine materialen
doorslijpen. Overleg met je basisgroep en beantwoord
onderstaande vragen.
1 Benoem twee soorten schijven en geef aan voor welke
verschillende werkzaamheden je die kunt gebruiken.
2 Overleg wat er kan gebeuren als je de verkeerde schijf
gebruikt.
3 Maak een lijst met aandachtspunten waar je rekening mee
moet houden als je gaat werken met een slijpmachine.
4.3
Veilig werken is voor je zelf en voor anderen van levensbelang.
Daarom moet je je bij lassen en slijpen aan de
veiligheidsvoorschriften houden (Arbo-wet).
1 Welke persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) moet je
gebruiken bij laswerkzaamheden?
2 Benoem op de lijst van vraag 1 ook aan welke gevaren je jezelf
en anderen blootstelt als je deze PBM’s niet gebruikt bij het
lassen.
3 Welke persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) moet je
gebruiken bij slijpwerkzaamheden?
4 Benoem op de lijst van vraag 3 ook aan welke gevaren je jezelf
en anderen blootstelt als je deze PBM’s niet gebruikt bij het
slijpen.
5 Maak een schets van de werkplaats / het praktijklokaal en
teken daarin waar je onderstaande middelen kunt vinden.
• de verbandtrommel
• brandblussers
• nooduitgang
• branddeken
• hoofdschakelaar elektra