PROEVE 2
11
Je voert de volgende verpleegtechnische handelingen volgens protocol uit.
• Verpleegtechnische handelingen:
–
Medicijnen controleren, registreren, uitdelen zo nodig controleren op inname
–
Medicijnen toedienen: oraal, rectaal, vaginaal, via de huid, via de luchtwegen, via
de slijmvliezen
–
Toedienen van zuurstof
–
Vloeistoffen via perifeer infuus toedienen
–
Sondevoeding toedienen
–
Een voedingspomp bedienen
–
Stoma verzorgen
–
Suprapubische katheter verzorgen
–
Suprapubische katheter verwisselen
–
Een infuuspomp en een spuitpomp bedienen
–
Geneesmiddelen in een opgeloste vorm toedienen via infuussysteem/
toedieningssysteem (pomp, kolf, zakje)
–
Verzorgen van rode, gele, zwarte wonden en wondenmet hechtingen
–
Maagsonde en blaaskatheter verzorgen
–
Zwachteltechnieken toepassen
–
Hechtingen en tampons verwijderen
–
Blaasspoeling uitvoeren
–
Mond- en keelholte uitzuigen
–
Verzamelen vanmonsters ten behoeve van diagnostiek (steriel en niet-steriel
materiaal)
–
Lichaamstemperatuur regelen door middel van koude- of warmtebehandeling.
–
Eerste hulp (somatisch) verlenen bij: verwondingen, vergiftigingen, verstikking,
verslikken en bij ademstilstand en circulatiestilstand.
• Voorbehouden handelingen:
–
Subcutaan en intramusculair injecteren
–
Intraveneus injecteren
–
Een perifeer infuus inbrengen
–
Eenmaagsonde inbrengen
–
Katheteriseren van de blaas bij vrouwen
–
Katheteriseren van de blaas bij mannen
–
Venapunctie uitvoeren
–
Hielprik bij neonaten.