CZW20120115 - page 18

VERPLEEGKUNDIGE
16
Q. Rapportage van grensoverschrijdend gedrag
Maak een rapportage van de twee zorgvragers uit opdracht
P
. Maak hierbij gebruik van de
ingevulde observatielijst ten behoeve van (vroeg)signalering uit opdracht
P
. en andere
relevante bronnen.
• Beschrijf van de twee zorgvragers ieder afzonderlijk de grensoverschrijdende gedragingen
die je in de observatielijst hebt vastgelegd.
• Geef beknopt het daadwerkelijke gedrag aan, de aanleiding, (mogelijke) oorzaken,
de omstandigheden, aanwezige of eventuele afwezige anderen, de frequentie van het
grensoverschrijdende gedrag, jouw reactie (waarbij je oog hebt voor je eigen gevoelens),
de reactie (en gevoelens) van andere betrokkenen en demanier waarop collega’s met het
gedrag omgaan.
• Ga in vroegere rapportages na welke gegevens te herleiden zijn tot demogelijke oorzaak
van het gedrag (ziektebeeld, stoornissen, ruimtelijke beperkingen, bejegening, leefgroep
etc.), de aanpak van het gedrag in het verleden en de resultaten daarvan.
• Maak hiervan een samenvatting in je rapportage.
• Bekijk de bestaande verpleegplannen van iedere zorgvrager en ga na wat de huidige
aanpak van het betreffende grensoverschrijdende gedrag is. Betrek hierin ook de
naleving van regels en wetgeving. Toets dit aan de wijze waarop jezelf en je collega’s het
grensoverschrijdende gedrag van de zorgvrager in de dagelijkse praktijk hanteren.
• Maak hiervan eveneens een samenvatting in je rapportage.
Bespreek je verzamelde rapportagegegevens met de betrokken personen. Neem de bevindingen
uit deze bespreking op in je rapportage.
R. Bespreking van de rapportagemet het sociale netwerk van de zorgvrager
In deze opdracht stel je een plan op voor een gesprek met een belangrijk persoon uit het
sociale netwerk van één van de zorgvragers uit opdracht
P
. en
Q
. en voer je het uit. Dit doe je
in overlegmet de EVV’er van de zorgvrager. Het plan is methodisch van opzet en inhoud, met
specifieke aandacht voor de gegevens uit je rapportage over de wijze waarop de persoon uit
het sociale netwerk het grensoverschrijdende gedrag van de zorgvrager beleeft en hanteert.
Je legt je plan voor aan je werkbegeleider, EVV’er en/of direct aan het (multidisciplinaire)
team. Verwerk eventuele aanvullingen en opmerkingen in je plan voor de bespreking. Voer (in
samenwerkingmet de EVV’er) het gesprek.
1...,8,9,10,11,12,13,14,15,16,17 19,20,21,22,23,24,25,26,27,28,...34
Powered by FlippingBook