CZW20120115 - page 25

23
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
PROEVE 2
voldoende
goed
onvoldoende
J Formuleren en
rapporteren
–– vlot en bondig formuleren
–– structuur aanbrengen
P
Dit betekent dat:
• je op basis van theoretische kennis scherp en kernachtig
formuleert
• je op hoofd- en deelonderwerpen rapporteert
zodat:
• betrokkenen beschikken over een volledige en actuele
rapportage over de gezondheidstoestand van de zorgvrager.
K Vakdeskundigheid
toepassen
–– vakspecifiekementale
vermogens aanwenden
P
Dit betekent dat:
• je tijdens observaties snel en veel relevante informatie
opneemt
zodat:
• je demonitoring op een professionele wijze uitvoert.
R Op de behoeften en
verwachtingen van de
klant richten
–– aansluiten bij
de behoeften en
verwachtingen
–– klanttevredenheid in de
gaten houden
P
Dit betekent dat:
• je op de zorgvrager gerichte ondersteuning geeft bij de
persoonlijke verzorging
• je je zoveel mogelijk richt op de behoeften en verwachtingen
van de zorgvrager
• je je houdt aan gemaakte afspraken
• je regelmatig checkt of de zorgvrager nog tevreden is
zodat:
• je ondersteuning goed blijft aansluiten bij behoeften en
verwachtingen.
V Met druk en tegenslag
omgaan
–– gevoelens onder controle
houden
–– grenzen stellen
P
Dit betekent dat:
• je je eigen gevoelens goed kunt hanteren
• je je grenzen stelt
zodat:
• je de zorg onder acute en emotionele omstandigheden
professioneel uitvoert.
Werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit
K Vakdeskundigheid
toepassen
–– vakspecifiekementale
vermogens aanwenden
–– vakspecifiekemanuele
vaardigheden aanwenden
P
Dit betekent dat:
• je in staat bent snel en accuraat te rekenen
• je precies en bekwaam (met de handen) werkt
zodat:
• je de verpleegtechnische handelingen op verantwoorde en
juiste wijze uitvoert.
L Materialen en
middelen inzetten
–– materialen enmiddelen
doelmatig gebruiken
–– materialen enmiddelen
doeltreffend gebruiken
P
Dit betekent dat:
• jematerialen op een juiste wijze gebruikt
• je dematerialen efficiënt en zorgvuldig gebruikt
zodat:
• je een effectieve en efficiënte inzet vanmaterialen en
middelen waarborgt bij de uitvoering.
1...,15,16,17,18,19,20,21,22,23,24 26,27,28,29,30,31,32,33,34
Powered by FlippingBook