CZW20120115 - page 24

22
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
VERPLEEGKUNDIGE
voldoende
goed
onvoldoende
H Overtuigen en
beïnvloeden
–– overeenstemming
nastreven
–– gesprekken richting geven
–– onderhandelen
P
Dit betekent dat:
• je het anamnesegesprek in duidelijke banen leidt
• je kijkt naar verschillende belangen enmogelijkheden
• je uitgaat vanmaximale en realistische resultaten
• je hierbij streeft naar overeenstemming en draagvlak creëert
zodat:
• alle betrokkenen kunnen instemmenmet het verpleegplan.
J Formuleren en
rapporteren
–– correct formuleren
–– nauwkeurig en volledig
rapporteren
P
Dit betekent dat:
• je verkregen anamnesegegevens correct en accuraat verwerkt
• je verpleegdoelen, activiteiten en interventies formuleert
zodat:
• het verpleegplan voor alle betrokkenen inzichtelijk en
begrijpelijk is.
K Vakdeskundigheid
toepassen
–– vakspecifiekementale
vermogens aanwenden
P
Dit betekent dat:
• je gebruik maakt van je kennis over stoornissen,
beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden van
alle zorgcategorieën
• je vragen kunt beantwoorden
zodat:
• je een verantwoorde verpleegkundige diagnose stelt.
M Analyseren
–– informatie genereren uit
gegevens
–– conclusies trekken
–– verbanden leggen
T
Dit betekent dat:
• je de verzamelde gegevens analyseert, de juiste verbanden
legt en logische conclusies trekt
zodat:
• je de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op
adequate wijze en verantwoord op- of bijstelt.
Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert enmonitort gezondheid enwelbevinden
E Samenwerken en
overleggen
–– afstemmen
–– proactief informeren
P
Dit betekent dat:
• je zonodig andere zorgverleners consulteert en inschakelt
• je tijdigmet andere zorgverleners overlegt
• je alle betrokkenen tijdig en volledig informeert
zodat:
• er een professionele samenwerking bestaat rondom de
persoonlijke verzorging enmonitoring.
F Ethisch en integer
handelen
–– ethisch handelen
–– integer handelen
–– verschillen tussenmensen
respecteren
P
Dit betekent dat:
• je handelt volgens de beroepscode en de organisatie
• je volgens de ethischemaatstaven van de organisatie
handelt
• je je eerlijk en betrouwbaar toont
• je vertrouwelijk en discreet omgaat met gevoelige zaken
• je verschillen tussen zorgvragers respecteert
• je duidelijk verbaal en non-verbaal communiceert
zodat:
• je de zorgvrager respectvol behandelt
• jemet actuele informatie vervolgstappen zet.
1...,14,15,16,17,18,19,20,21,22,23 25,26,27,28,29,30,31,32,33,...34
Powered by FlippingBook