CZW20120115 - page 27

25
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
PROEVE 2
voldoende
goed
onvoldoende
Werkproces 1.5 Begeleidt een groep zorgvragers
Geldt niet voor het Algemeen Ziekenhuis
C Begeleiden
–– motiveren
–– anderen ontwikkelen
P
Dit betekent dat:
• je de groep zorgvragers motiveert om zich, zo ver mogelijk,
te ontwikkelen op sociaal-maatschappelijk gebied
• je, zo nodigmet naasten, een omgeving creëert die de groep
zorgvragers stimuleert om de grenzen van hunmogelijkheden
te verkennen
• jemantelzorgers, naasten adviseert op welke wijze ze hun
draagkracht kunnen versterken
zodat:
• de begeleiding leidt tot de gewenste resultaten.
D Aandacht en begrip
tonen
–– begrip hebben voor de
standpunten en houding
van anderen
–– bezorgdheid tonen voor
anderen
P
Dit betekent dat:
• je begrip hebt voor de houding en standpunten van iedere
zorgvrager in de groep
• je begrijpt waarom de groepsleden zich op een bepaalde
manier gedragen
• je bezorgdheid toont over het fysieke enmentale welzijn
zodat:
• er een goed groepsklimaat ontstaat waardoor alle
groepsleden zich op een passende wijze behandeld en
gewaardeerd voelen.
Werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie
I Presenteren
–– duidelijk uitleggen en
toelichten
–– op de toehoorder(s)/
toeschouwer(s) inspelen
–– kernachtig communiceren
*
*
deze component is alleen van
toepassing voor de GHZ
P
Dit betekent dat:
• je onderwerpen duidelijk en correct uitlegt
• je in je stijl van communiceren rekening houdt met de
doelgroep
• je regelmatig controleert of de informatie goed is
overgekomen
zodat:
• de zorgvrager of doelgroep beschikt over relevante informatie
en je deskundig advies geeft.
L Materialen en
middelen inzetten
–– geschiktematerialen en
middelen kiezen
P
Dit betekent dat:
• je voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of
instructiematerialen kiest en gebruikt die aansluiten bij het
onderwerp
zodat:
• je de juistematerialen enmiddelen inzet.
1...,17,18,19,20,21,22,23,24,25,26 28,29,30,31,32,33,34
Powered by FlippingBook