BEROEPSTAAK
DRAAIEN 3
14
3 Vul tabel 5 in voor producten die van twee kanten bewerkt
kunnen worden, dus die omgespannen moeten worden.
Tabel 5
4 Maak van de mogelijkheden die genoemd zijn bij opdracht 2
(tabel 4) een opspanning. Maak van elk van deze opspanningen
een foto. Beschrijf waar je op moet letten bij deze opspanning
en welke problemen je bent tegengekomen.
Klauwplaten worden bevestigd aan de hoofdspil van de machine. Er
zijn verschillende bevestigingsmethoden.
5 Onderzoek in de werkplaats welke verschillen er zijn. Maak er
foto’s van en beschrijf bij elke foto wat de verschillen zijn.
Welke bevestiging vind jij het beste en welke het eenvoudigst te
bevestigen?
6 Zijn in jouw bedrijf altijd alle producten cilindrisch van vorm?
7 Welke vormen kom je ook tegen?
8 Welke spantechnieken worden er in jouw bedrijf gebruikt?
9 Hoe kun je beschadigingen van het oppervlak voorkomen bij
het spannen?
10 Onderzoek hoe een zelfcentrerende drieklauwplaat werkt.
11 Beschrijf uit welke onderdelen deze drieklauw bestaat.
12 Kun je een cilindrisch product onbeperkt ver, laten uitsteken uit
de drieklauwplaat? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
13 Welke oplossingen zijn er om lange, cilindrische producten op
te spannen?
Neem tekening 014-3 met daarop het product dat excentrisch
gespannen moet worden.
14 Hoe denk je dit te kunnen opspannen?
15 Zijn er meerdere mogelijkheden om dit product op te spannen?
Drieklauw Vierklauw Stelplaat
Tussen
centers
Zachte
klauwen
Spantang
± 0,2 mm
± 0,1 mm
± 0,05 mm
± 0,01 mm
Passing maat
Vierkant werkst.
Onregelmatig werkst
Zacht aluminium
Slag tolerantie 0,05
Slag tolerantie 0,3