CZW20120270 - page 14

12
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
VERZORGENDE-IG - Fase 3
voldoende
goed
onvoldoende
Q Plannen en
organiseren
–– doelen en prioriteiten
stellen
–– activiteiten plannen
–– tijd indelen
P
Dit betekent dat:
• je in overlegmet betrokkenen bepaalt welke werkzaamheden
en activiteiten prioriteit hebben
• je zorgt dat activiteiten goed op elkaar zijn afgestemd
• je regelmatig overlegt met andere disciplines
• je de verschillende werkzaamheden plant
zodat:
• de benodigde werkzaamheden binnen de beschikbare tijd
worden uitgevoerd.
Werkproces 1.11 Evalueert de zorgverlening
M Analyseren
–– informatie uiteenrafelen
–– conclusies trekken
–– oplossingen voor
problemen bedenken
T
Dit betekent dat:
• je uit de verzamelde gegevens voor de evaluatie de
belangrijkste informatie haalt
• je logische conclusies trekt uit de informatie
• je eventuele problemen oplost
zodat:
• het begeleidingsplan zo nodig kan worden bijgesteld en de
zorgverlening verbeterd wordt of goed wordt afgesloten.
Werkproces 2.1Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
K Vakdeskundigheid
toepassen
–– expertise delen
P
Dit betekent dat:
• jeje vakkennis en vaardigheden bijhoudt
• je de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze
overdraagt aan collega’s en andere deskundigen
• je feedback gebruikt om van te leren
• je deelneemt aan inhoudelijke, beroepsmatige discussies
zodat:
• je werkt aan je persoonlijke ontwikkeling en een bijdrage
levert aan de professionalisering van het beroep verzorgende-
IG in de zorg voor mensenmet een verstandelijke beperking.
Werkproces 2.3 Geeft werkbegeleiding
C Begeleiden
–– anderen ontwikkelen
P
Dit betekent dat:
• je een optimale leeromgeving schept die studenten en/of
stagiaires stimuleert zich te ontwikkelen
zodat:
• zij zich optimaal kunnen ontwikkelen als een deskundig
beroepsbeoefenaar.
1...,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13 15,16,17,18
Powered by FlippingBook