MEDEWERKERMAATSCHAPPELIJKE ZORG - Fase 1, 2 EN 3
12
Competentie L: Materialen enmiddelen inzetten
Werkprocessen:
2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
(BP 1.2, BP 2.3, Proeve fase 2)
Componenten:
materialen enmiddelen doelmatig gebruiken, materialen enmiddelen doeltreffend gebruiken
Eindgedrag:
Je gaat zorgvuldig en netjes ommet dematerialen enmiddelen.
Je gebruikt hulpmiddelen waarvoor ze bedoelt zijn.
2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
(BP 1.3, BP 3.1, Proeve Fase 3)
Componenten:
materialen enmiddelen doelmatig gebruiken, geschiktematerialen enmiddelen kiezen,
goed zorg dragen voor materialen enmiddelen
Eindgedrag:
Je kiest de juistematerialen enmiddelen voor activiteiten die je organiseert.
Je gaat zorgvuldig en netjes ommet dematerialen enmiddelen die je gebruikt.
Je zorgt ervoor dat dematerialen enmiddelen onderhouden zijn.
2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied
(BP 1.2, BP 2.2, Proeve fase 2,
BP 3.1, Proeve 3)
Componenten:
materialen enmiddelen doelmatig gebruiken, geschiktematerialen enmiddelen kiezen,
goed zorg dragen voor materialen enmiddelen
Eindgedrag:
Je kiest de juistematerialen enmiddelen voor de activiteiten die je organiseert.
Je gaat zorgvuldig en netjes ommet dematerialen enmiddelen die je gebruikt.
Je zorgt ervoor dat dematerialen enmiddelen onderhouden zijn.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de te gebruikenmaterialen en
middelen in het huishouden
•
•
de te gebruikenmaterialen en
middelen voor dagbesteding
•
•
de juistemanier waarop hulpmiddelen
ingezet dienen te worden
•
•
demethodiek van dagbesteding
•
•
de onderhoudsregels van het te
gebruikenmateriaal
•
•
de doelstelling van de dagbesteding
van de cliënt
•
•
de voorschriften en regels m.b.t.
hygiëne, milieu, veiligheid en ARBO
•
•
methoden van voorraadbeheer
•
•
gedragsbeïnvloedende activiteiten
•
•
demogelijkheden en beperkingen van
de individuele cliënt
•
•
kwaliteitszorgstandaarden
•
•
...............................................
•
•
nauwkeurig werken
•
•
zorgdragen voor juist gebruik van
materialen enmiddelen
•
•
zorgdragen voor juist onderhoud van
materialen enmiddelen
•
•
toezicht houden op een juist gebruik van
materialen enmiddelen
•
•
activiteitenmethodisch uitvoeren
•
•
volgens een activiteitenplan werken
•
•
hygiënisch werken
•
•
handelen volgens
kwaliteitszorgstandaarden
•
•
volgens voorschriften en procedures werken
•
•
materialen enmiddelen inzetten bij de
dagbesteding
•
•
voorraad beheren
•
•
reflecteren
•
•
.......................................................
•
•
nauwkeurig
•
•
deskundig
•
•
accuraat
•
•
proactief
•
•
enthousiast
•
•
zorgvuldig
•
•
kostenbewust
•
•
milieubewust
•
•
kwaliteits-
bewust
•
•
...................