CZW20120029 - page 17

COMPETENTIEWIJZER
15
Competentie Q: Plannen en organiseren
Werkprocessen:
2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
(BP 1.3, BP 3.1, Proeve fase 3)
Componenten:
activiteiten plannen
Eindgedrag:
Je brengt de activiteiten die je gaat uitvoeren ruim van tevoren in kaart.
Jemaakt een planning voor je werkzaamheden.
2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied
(BP 1.2, BP 2.2, Proeve fase 2,
BP 3.1, Proeve fase 3)
Componenten:
activiteiten plannen, tijd indelen, voortgang bewaken
Eindgedrag:
Je plant en regelt ruim van tevoren de activiteiten die je gaat uitvoeren.
Je schat de benodigde tijd in voor de activiteiten die je gaat uitvoeren.
Jemaakt gebruik van indicatoren om de voortgang van je activiteiten temeten.
3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
(BP 1.3, BP 1.4, BP 2.1, BP 2.2, Proeve fase 2, BP 3.2,
Proeve fase 3)
Componenten:
doelen en prioriteiten stellen
Eindgedrag:
Je formuleert duidelijke en haalbare doelen bij (het overdragen van) je werkzaamheden.
Je geeft mogelijke knelpunten aan.
Je houdt binnen je werkzaamheden rekeningmet tijd en kwaliteit.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
de stappen voor het maken van een
werkplanning
de regels van de Nederlandse taal op
het gebied van schrijven, spreken,
luistern en gesprekken voeren op
niveau 2F
procedures die van toepassing zijn op
de werkzaamheden
de verschillende communicatie- en
gesprekstechnieken
het behandelplan van de cliënt
demogelijkheden van de cliënt m.b.t.
het uitvoeren van activiteiten
haalbare doelen formuleren
de regels van het geven en ontvangen
van feedback
de indicatoren die gebruikt kunnen
worden voor de planning en
voortgangscontrole
de uit te voeren werkzaamheden
de beschikbare tijd
mogelijke knelpunten
...............................................
een werkplanningmaken
schrijven, spreken, luisteren en gesprekken
voeren op niveau 2F
een werkplanning uitvoeren
je houden aan de tijdsplanning
doelgericht werken
indicatoren toepassen
methodisch werken
overleggenmet collega’s enmet cliënten
feedback verwerken in je planning
mensen enmiddelen organiseren
knelpunten inschatten
procedures hanteren
flexibel werken
inschatten wanneer een activiteit
tussentijds aangepast moet worden
.......................................................
planmatig
doelgericht
klantgericht
efficiënt
zorgvuldig
proactief
kritisch
flexibel
kostenbewust
reflectief
assertief
...................
1...,7,8,9,10,11,12,13,14,15,16 18,19,20,21,22
Powered by FlippingBook