![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0024.png)
23
Voorbereiden
3 Maak een tabel zoals hieronder is weergegeven. De eerste
regel van de deze tabel is als voorbeeld ingevuld.
Neem van de tekening
200-112
alle maten over en zet ze in de
eerste kolom van de tabel. Vul de tabel verder in.
Maat
Toelaatbare afwijking
volgens NEN-ISO 2768
Kleinste grensmaat Grootste grensmaat Tolerantie
80
± 0,3
79,7
80,3
0,6
4 Bekijk tekening
200-113
. Welke frezen worden er gebruikt?
Beschrijf hoe deze worden genoemd en maak er een foto van.
Voor je begint met het maken van een werkstuk, stel je de machine
in. Je gaat nu onderzoeken wat daarbij komt kijken
5 In je tabellenboek staat hoe je een toerental moet uitrekenen.
Geef aan op welke bladzijde dit is te vinden.
6 Neem deze formule over uit je tabellenboek. Geef ook de
betekenis van de letters in deze formule.
De snijgereedschappen die in de werkplaats gebruikt worden,
draaien rond met een bepaald toerental. Elk snijgereedschap heeft
zijn eigen snijsnelheid. Maar wat is nu snijsnelheid en wat is nu een
toerental?
7 In welke eenheid wordt een toerental en snijsnelheid
uitgedrukt?
8 Geef een omschrijving van het begrip toerental en snijsnelheid
en geef aan wat de verschillen zijn.
9 Maak een tabel waarin je vijf willekeurige materialen noemt
en bepaal van deze materialen de juiste snijsnelheid voor het
frezen (volgens de tabellen).
10 Waarom is de snijsnelheid bij het ene materiaal anders dan bij
het andere?
11 Wat is de relatie tussen een sterker werkstukmateriaal en de
snijsnelheid?
12 Bepaal de snijsnelheden en de toerentallen bij het voorfrezen
en nafrezen. Plaats de gevonden waarden in onderstaande
tabel.