Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
Fase 1
53
3
Uitvoeren
De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de
voortgangsbeoordelingslijst.
De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover
afspraken met je begeleider(s).
Opdrachten
A. Inventariseren begeleidingsbehoefte bij zelfzorgactiviteiten en ADL
Inventariseer bij een kind de behoefte aan begeleiding/ondersteuning bij zelfzorgactiviteiten en ADL.
Kies daarvoor een kind waarbij sprake is van een bijzondere situatie waardoor zij niet goed in staat is de
zelfzorg uit te voeren. Er kan gedacht worden aan een kind waarbij sprake is van een opvoedprobleem,
probleem in de thuissituatie of een achterstand in de lichamelijke ontwikkeling.
Onderzoek bij het kind de mogelijkheden die het heeft op het gebied van zelfzorg en ADL. Na de
inventarisatie en het onderzoek maak je een voorstel hoe je het kind kan begeleiden/ondersteunen op
het gebied van zelfzorg en ADL. Beschrijf op concrete wijze in het voorstel hoe jij vaardigheden aan
gaat leren. Verantwoord ook in het voorstel hoe jij aansluit bij de behoeften, wensen, verwachtingen en
mogelijkheden van het kind.
Begeleidingsvoorstel WP 2.2: C, R
B. Aanleren van zelfzorgactiviteiten en ADL
Begeleid/ondersteun gedurende een afgesproken periode het kind aan de hand van het voorstel.
Evalueer na afloop met diverse betrokkenen hoe het aanleren van de vaardigheid is gegaan; en in
hoeverre de gekozen wijze van begeleiden/ ondersteunen effect heeft gehad.
Gedragsbeoordeling WP 2.2: C, F, K, R, T
Bewijsstukken
Lever de volgende bewijsstukken aan:
• De volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst van deze beroepsprestatie
• Begeleidingsvoorstel
