©
Academie
ǀ seizoen 2013/’14
Studiegids/ werkboek
116
BIJLAGE 4.6: Van wedstrijd naar training in 3 stappen
D-pupillen (toelichting)
De inhoud van de trainingen wordt bepaald vanuit:
Wat centraal staat bij jeugdspelers van deze leeftijd; bij D-pupillen is dat leren spelen vanuit
een basistaak
Bij de F- en E-pupillentraining is het ontwikkelen van technische basisvaardigheden belangrijk, en dat is
bij D-pupillen niet anders. Bij de F-pupillen ligt de nadruk op het doelgericht leren handelen met de bal.
Bij de E-pupillen op het doelgericht samenspelen: het handelen met en zonder bal, de individuele
keuzes en het onderling afstemmen. Bij de D-pupillen staat centraal dat dit alles steeds meer gebeurt
vanuit een bepaalde basistaak in het team.
Wat de spelers in de wedstrijd laten zien:
Dit is vaak een bevestiging van het bovenstaande. Bij de D gaat het vooral om het lersne spelen vanuit
een basistaak. D-pupillen leren om met elkaar aan te vallen en te verdedigen. Voor elke spelers is er
een basistaak hierin, het spel zonder bal is in de meeste gevallen een voorwaarde voor het spel met de
bal. De tijd van het zoveel mogelijk aan de bal zijn is een gepasseerd station.
Het lezen van de wedstrijd is dus van belang om (mede) te bepalen waarop wordt getraind.
Daarnaast is het lezen van een wedstrijd van belang om gericht te kunnen coachen, bijvoorbeeld
in de vorm van het geven van aanwijzingen.
In de 3 stappen wordt je een methode aangereikt waar je stap voor stap een steeds scherper
beeld krijgt over wat er (nog) verbeterd kan worden. Dit kun je dan doen tijdens de wedstrijd en/of
de training(en). De voetbalvormen-printversies (PDF bestanden) op de DVD geven een overzicht
van verschillende groepen van vormen gericht op aanvallen en verdedigen. Deze groepen en de
bijbehorende oefenvormen worden gebruikt bij de uitwerking van stap 2 en 3.
STAP 1: LEZEN VAN VOETBALLEN
Bijvoorbeeld. Je kijkt naar een wedstrijd en stelt je de volgende vragen:
Zie ik dat de het team/de spelers aanvallen en doelpunten maken? (1a)
Natuurlijk zal er altijd worden verdedigd. Voetbal is namelijk aanvallen en verdedigen: de bal wel en niet
hebben! Nu is het aan jou om te bepalen of het dat oplevert wat noodzakelijk is om de bedoeling van het
spel te realiseren: winnen (dus meer doelpunten maken dan tegen krijgen…..)
Zie ik dat het team/de spelers opbouwen en kansen creëren? De kansen benutten en
doelpunten maken? (1b)
Dus: worden er geen tegendoelpunten gemaakt, wordt er voorkomen dat er kansen worden gecreëerd?
In dit voorbeeld worden er door de tegenpartij veel kansen gecreëerd. Je kunt dan ‘…opbouw verstoren
en het creëren van kansen voorkomen’ omcirkelen of arceren. Dit wordt het aspect waar je op gaat
letten en op doorgaat.
Wat zie ik minder goed gaan tijdens het opbouwen? (1c)
Bijvoorbeeld: je ziet dat er veel kansen door de tegenpartij worden gecreëerd omdat de tegenpartij te
veel ruimte krijgt om aan te vallen en op te bouwen. De middenvelders van de tegenpartij kunnen
makkelijk de bal naar een vrijstaande aanvaller spelen waardoor er regelmatig kansen zijn voor de
tegenpartij. Je omcirkelt/arceert: ‘…van de tegenpartij makkelijk kansen creëren’. Laten we duidelijk zijn:
er zijn altijd zaken die beter kunnen. Dat hoort bij de ontwikkelingsfase van deze jeugdspelers. Vergeet
echter niet ook de goede zaken te benadrukken. Geef complimenten!