©
Academie
ǀ seizoen 2013/’14
Studiegids/ werkboek
117
Wat kan er (nog) worden verbeterd tijdens het opbouwen? (1d)
De volgende stap is om op basis van de algemene uitgangspunten bij D-pupillen te bepalen wat er nog
kan worden verbeterd. Je kijkt nu welke uitgangspunten bij het verdedigen niet of minder goed gaan. Je
ziet bijvoorbeeld dat de verdedigers ver uit elkaar staan waardoor de onderlinge afstanden groot zijn.
Ook reageren ze (te) laat als de directe tegenstander de bal krijgt, waardoor de aanvaller de bal kan
aannemen en alle tijd heeft om te bedenken of hij zal passeren, overspelen of schieten. Bijvoorbeeld: Je
omcirkelt/arceert: ‘…de ruimte met elkaar klein maken (lengte en breedte = knijpen)’, ‘…druk op de
balbezittende speler geven/houden’, ‘…kort dekken in de buurt van de bal’ en ‘…rug – ruimtedekking
verder van de bal vandaan’. Nu heb je een duidelijk beeld op basis waarvan je tijdens de wedstrijd kunt
coachen en/of een training kunt voorbereiden.
STAP 2: TRAINEN
Wat is de doelstelling van de training? (2a)
Op basis van wat je hebt gezien dat minder goed gaat tijdens het storen van de opbouw (zie 1c)
omcirkel/arceer je hier: ’…het storen van de opbouw van de tegenpartij en het op het juiste moment
veroveren van de bal’.
Op basis van de gekozen doelstelling kies ik voor de volgende voetbalvormen (2b).
Onder de doelstelling zie je welke oefenvorm, 4 tegen 4 variatie en partijvorm kunnen worden gekozen
voor de training. Welke keuzes je maakt, heeft te maken met wat de oorzaak is van dat het minder goed
gaat. In het geval van het voorbeeld: de verdedigers geven te veel ruimte aan de aanvallers tijdens de
opbouw waardoor ze makkelijk kansen kunnen creëren (zie 1d).
Dit kan leiden tot de volgende training:
warming-up: 4 tegen 4 basisvorm
voetbalvorm: 4 tegen 3 met 4 doeltjes
4 tegen 4 variatie: 4 tegen 4 met 4 doeltjes
partijvorm: 6 tegen 6
De keuze voor een bepaalde vorm is afhankelijk van wat je ziet bij je team/de spelers en kan dus ook
verschillend zijn in vergelijking met je medecursisten. In de PDF uitwerking vind je onder ‘bedoeling van deze
vorm’ en ‘karakteristiek’ of de vorm aansluit bij wat je wilt verbeteren.
Wel is het belangrijk om een plan te hebben. Kies bijvoorbeeld de doelstelling ‘…het storen van de opbouw
van de tegenpartij en het op het juiste moment veroveren van de bal’ en laat deze doelstelling een aantal
weken aan de orde komen. Kijk welke vormen er passen bij het ontwikkelingsniveau op dat moment.
Je hebt dan 3 mogelijkheden:
moeilijkere vorm(en) aanbieden omdat het opbouwen steeds beter gaat en de eerder gekozen vorm te
makkelijk is
makkelijkere vorm(en) aanbieden omdat de eerder gekozen vorm te moeilijk was
herhalen van de vorm(en) omdat er nog genoeg te verbeteren valt in de eerder gekozen vorm(en)