©
Academie
ǀ seizoen 2013/’14
Studiegids/ werkboek
83
Wat kan er (nog) worden verbeterd tijdens het opbouwen? (1d)
De volgende stap is, om op basis van de algemene uitgangspunten bij F-pupillen te bepalen wat
er nog kan worden verbeterd. Je kijkt nu welke uitgangspunten bij het aanvallen niet of minder
goed gaan. Je ziet bijvoorbeeld dat de speler met de bal vaak de bal te ver voor zich uitspeelt. Is
het niet een tegenstander die de bal dan afpakt, dan is het wel een medespeler. Ook die willen de
bal graag hebben, al moet die hem daarvoor van een medespeler afpakken.
Je omcirkelt/arceert: ‘…handelen om doelpunten te maken (dribbelen/ drijven, schieten, aan- en
meenemen, passen)’ en ‘…zich verdelen over de ruimte; elkaar niet in de weg lopen’. Nu heb je
een duidelijk beeld op basis waarvan je tijdens de wedstrijd kunt coachen en/of een training kunt
voorbereiden.
STAP 2: TRAINEN
Wat is de doelstelling van de training? (2a)
Op basis van wat je hebt gezien dat minder goed gaat tijdens het storen van de opbouw (zie 1c)
omcirkel/arceer je hier: ’……het uitspelen van de één tegen één situatie om kansen te creëren’.
Op basis van de gekozen doelstelling kies ik voor de volgende voetbalvormen (2b).
Onder de doelstelling zie je welke oefening/warming-up, voetbalvorm en 4 tegen 4 variatie kunnen
worden gekozen voor de training. Welke keuzes je maakt, heeft te maken met wat de oorzaak is
van dat het minder goed gaat. In het geval van het voorbeeld: de speler met de bal heeft
onvoldoende technische basisvaardigheden om de 1 tegen 1 uit te spelen. Hij wordt daarbij ook
nog in de weg gelopen door zijn medespelers (zie 1d).
Dit kan leiden tot de volgende training:
voorfase oefening/warming-up: oversteekspel 1 verdediger met doeltjes
voetbalvorm: 1 tegen 1 met 4 doeltjes
4 tegen 4 (variatie): 4 tegen 4 basisvorm
De keuze voor een bepaalde voetbalvorm is afhankelijk van wat je ziet bij je team/de spelers en kan
dus ook verschillend zijn in vergelijking met je medecursisten. In de PDF uitwerking vind je onder
‘bedoeling van deze vorm’ en ‘karakteristiek’ of de vorm aansluit bij wat je wilt verbeteren.
Wel is het belangrijk om een plan te hebben. Kies bijvoorbeeld de doelstelling ’……het uitspelen van
de één tegen één situatie om kansen te creëren’ en laat deze doelstelling een aantal weken aan de
orde komen. Kijk welke voetbalvormen er passen bij het ontwikkelingsniveau op dat moment.
Je hebt dan 3 mogelijkheden:
1. moeilijkere voetbalvorm(en) aanbieden omdat het storen van het opbouwen steeds beter gaat en
de eerder gekozen voetbalvorm te makkelijk is
2. makkelijkere voetbalvorm(en) aanbieden omdat de eerder gekozen voetbalvorm te moeilijk was
3. herhalen van de voetbalvorm(en) omdat er nog genoeg te verbeteren valt in de eerder gekozen
voetbalvorm(en)