42
Eerste monteur Werktuigkundige Installaties
Begeleidersinformatie
De
beroepshouding/gedrag
staat aangegeven met
de ontwikkelscore
DAG
.
Een ontwikkelscore wil zeggen dat de leerling bij de
beoordeling laat zien dat hij in ontwikkeling is. Hij
hoeft nog niet aan alle vereiste normen te voldoen,
maar komt wel een heel eind in die richting.
De ontwikkelscore staat aangegeven met:
D
Deels/niet aangetoond competent gedrag
• De leerling scoort lager dan de eisen van de
prestatie-indicatoren.
• De leerling is niet voldoende actief.
• De leerling zet te weinig kennis en vaardigheden
in.
A
Aangetoond competent gedrag
• De leerling scoort volgens de eisen van de
prestatie-indicatoren.
• De leerling is actief.
• De leerling zet de kennis en vaardigheden in die
nodig zijn.
G
Goed aangetoond competent gedrag
• De leerling scoort hoger dan de eisen van de
prestatie-indicatoren.
• De leerling is proactief.
• De leerling zet meer kennis en vaardigheden in
dan gemiddeld.
A-B-C-D: Opdracht en werksituatie worden beide
beoordeeld
De leerling kan de
beroepstaken
in opklimmende
moeilijkheid uitvoeren.
In de beoordelingsmonitor staat de opklimmende
moeilijkheid aangegeven met:
A – B – C – D.
De begeleider beoordeelt
de moeilijkheid
van
de opdracht die de leerling in een bepaalde
werksituatie
uitvoert.
In overleg met de leerling geeft u aan of hij aan een
A, B, C of D opdracht gaat werken. Het is duidelijk
dat de leerling in het begin nog niet alles beheerst of
zelfstandig kan uitvoeren. Halverwege de opleiding
moet hij wel B en C opdrachten kunnen uitvoeren.
Aan het einde van de opleiding valt te verwachten
dat hij D opdrachten kan uitvoeren.
In de tabel staat een overzicht van A-B-C-D
opdrachten.