2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT
13
Modificatie en overdracht
2.4
CESUUR
Dit betekent de norm waaraan je moet voldoen.
Voor het goed afsluiten van deze projectwijzer geldt de volgende
cesuur:
• Alle werkprocessen dienen competent te zijn uitgevoerd.
Beoordeeld met: ‘Aangetoond’ of ‘Goed aangetoond’.
Een werkproces is aangetoond competent uitgevoerd als 55%
van de daarbijhorende competenties met ‘Aangetoond’ of ‘Goed
aangetoond’ zijn beoordeeld.
• Een competentie wordt met ‘Aangetoond’ of ‘Goed aangetoond’
beoordeeld als:
– beoordelaars door observatie en eventueel aangevuld
met een reflectieverslag en/of een beoordelingsgesprek
vastgesteld hebben, dat er competent is gehandeld. (Je hebt
laten zien dat je de opdrachten volgens de normen uit de
branche kan uitvoeren.)
– een eventueel bijbehorend product met een ‘Voldoende’ of
‘Goed’ is beoordeeld.
(Een product kan bijv. een lijst of formulier zijn die/dat je moet
invullen)
• In de projectopdracht zijn de competenties 2.6 K – 2.8 K – 3.4 K –
3.5 N – 3.6 K voor deze taak
kritische competenties
* en moeten
met ‘Aangetoond’ of ‘Goed aangetoond’ zijn beoordeeld.
* Kritische competenties
zijn competenties die je moet bezitten om
te voorkomen dat een auto ‘onveilig de weg op gaat’.
Begeleiding
Bij de cesuur is uitgegaan van de normenbundel exameninstrumentarium 2009.
De kritische competenties moeten zijn aangetoond, omdat zij de basis vormen van goed
vakmanschap. De kritische competenties worden op de beoordelingsformulieren aangegeven
door middel van een * (sterretje).
2.5
HULPMIDDELEN
Alle gewenste hulpmiddelen zijn toegestaan.
Wil je eigen gereedschap, apparatuur of bronnen gebruiken, dan
moet je dit overleggen met je beoordelaars.