16
Servicemonteur installatietechniek
Begeleidersinformatie
Informatie voor begeleiders
De taak van de begeleider
De begeleider moet zorgen voor een opdracht, die door de student in stap 2 (Uitvoeren) gemaakt kan worden.
In deze opdracht moeten bij voorkeur ook de verschillende handelingen terugkomen die relevant zijn bij het
optimaliseren van apparatuur/installaties of bij het verhelpen van een storing.
Deze opdracht is afhankelijk van:
• Het bedrijf waar de student werkzaam is.
• De ervaring die de student heeft (het moment binnen de opleiding, waarop de student deze projecttaak
uitvoert.
• De situatie waarin de opdracht kan worden uitgevoerd.
Omschrijving van de opdracht
In deze stap moet de student zich oriënteren op de opdracht. Hij moet de beschikking hebben over documentatie
over het toestel of hij moet deze documentatie opzoeken door gebruik te maken van bijvoorbeeld internet,
voordat hij met de planning gaat beginnen. Het is de bedoeling dat hij kan uitleggen wat de projecttaak inhoudt.
U kunt met hem overleggen op welke manier hij dat gaat doen. Een schriftelijk verslag is daarbij niet altijd
noodzakelijk. Er zijn genoeg mogelijkheden om doeltreffend te communiceren.
Zorg er wel voor dat de student na het overleg bewijsmateriaal heeft om aan te tonen dat hij zich goed
voorbereid heeft op zijn taak. Met controlerende en sturende stapvragen kunt u de student activeren zich zo
goed mogelijk te oriënteren.
De student moet duidelijk maken:
• Hoe de hele installatie is opgebouwd.
• Wat de functie is van de apparatuur/installatie waaraan hij gaat werken (wordt behandeld in de theorie).
• Welke voorschriften van toepassing zijn (normen, fabrikanteisen etc.).
• Welke vaktechnische handelingen hij tijdens het optimaliseren, het verhelpen van de storing en de
controlemetingen gaat uitvoeren.
• Welke materialen en (meet)gereedschappen hij gaat toepassen.