20
Servicemonteur installatietechniek
StAp 2
competentieontwikkeling in stap 2
In te leveren producten
criteria
Wp/
comp. o-V-g
Verslag werkzaamheden
Ondertekend door monteur,
begeleider en klant
3.1 K
3.4 B, K
Verslag veiligheidsmaatregelen
Ondertekend door monteur
3.1 L, T
Taalkaarten: 6, 9, 11, 17, 18
LB-kaarten: 5, 10, 12
Kerntaak 3 Maakt apparatuur/installaties gebruiksklaar
Werkproces 3.1 inregelen en controleren van apparatuur/
installaties
competentiebeoordeling
Beoordelingmethode
o-V-g
K. Vakdeskundigheid toepassen
• Je toont technisch inzicht, werkt
snel en accuraat, regelt in, stelt
af, programmeert en test, zodat de
instelwaardes uit de procedures zijn
bereikt en de installatie gebruiksklaar
is.
observatie
• Op basis van prestatie-indicatoren
productbeoordeling
• Verslag werkzaamheden
l. Materialen en middelen inzetten
• Je gebruikt materiaal, gereedschap,
materieel en PBM’s efficiënt.
• Je zorgt dat alles gedurende de
verwachte levensduur te gebruiken
blijft en dat het werk veilig wordt
uitgevoerd.
observatie
• Op basis van prestatie-indicatoren
productbeoordeling
• Verslag veiligheidsmaatregelen
t. Instructies en procedures opvolgen
• Je werkt volgens procedures, geldende
regels en voorschriften, zodat de
installatie op doeltreffende wijze wordt
afgeregeld en getest.
• Je zorgt ervoor dat de risico’s voor
mens, milieu, installatie en proces zo
klein mogelijk worden gehouden.
observatie
• Op basis van prestatie-indicatoren
productbeoordeling
• Verslag veiligheidsmaatregelen