54 / 60
R O E I
P R A E T
M A A R T
2 0 1 7
54
jaren de leverancier van Olympische
roeikampioenen.” De eerste twee
jaar kreeg Van Sprang de helft van
de kosten vergoed, nu krijgt hij de
volledige beurs van tienduizenden
dollars per jaar. “Er waren maar
negen beurzen voor zestig roeiers.
Daarom kreeg ik eerst maar de helft.
Ik heb voor de rest studiefinanciering
in Nederland aangevraagd. Tegen
nul procent rente, dus dat is geen
bottleneck.”
“Met roeien heb ik me hier goed
kunnen ontwikkelen. Elk jaar heb ik in
de topboot gezeten, de eerste ‘varsity
eight’. Vorig jaar zijn we daarmee
Amerikaans kampioen geworden. Het
is een heel sterke boot, met allemaal
nationale- en wereldkampioenen uit
verschillende landen.” Nu zit Van
Sprang in de nationale selectie. “Ik ga
dus terug naar Nederland, om vier jaar
te trainen voor de Olympische Spelen
van Tokio. Daarnaast begin ik ook aan
mijn master.” Die master zal iets met
duurzame energie zijn. En hopelijk is
er ook nog eens deelname aan de
jaarlijkse bootrace tussen Oxford en
Cambridge.
Berkeley staat in de wereldranglijst
van universiteiten vierde, maar die
hoge positie nuanceert Van Sprang
enigszins. “Dat komt ook door
de mooie gebouwen en door het
aantal gepubliceerde artikelen van
professoren. Die ranking is een
raar spel. Het moeilijkste is om
aangenomen te worden, zeker bij
Harvard en Stanford. Daarna valt
het mee - dat is tenminste mijn
ervaring met Berkeley. Het niveau
van onderwijs is hoog, zeker als je je
gaat specialiseren. Je krijgt les van
gerenommeerde professoren, zoals
Robert Reich. Ik moest af en toe tot de
bodem gaan, maar het Nederlandse
vwo bleek een goede voorbereiding te
zijn.”
“Ik heb de eerste jaren allerlei andere
vakken gevolgd, zoals filosofie en
geschiedenis. Dat is goed. Je komt
met veel verschillende onderwerpen in
aanraking, waardoor je als student een
brede basis krijgt. Na het tweede jaar
kun je dan gefundeerd kiezen voor de
echte richting. In Nederland stoppen
veel mensen na een jaar omdat ze
ontevreden zijn over hun studiekeuze.
Zonde van al die tijd.”