11
&
Activiteiten
1
Onderzoek
1 Omschrijf de opdracht in je eigen woorden.
Denk hierbij aan het volgende:
a Bronnen.
b Afspraken.
c Wat weet ik al?
2
Materialen en producten
1 Maak een lijst van de producten die je gaat opleveren
in deze projecttaak.
2 Geef per product aan met wie je te maken hebt.
3 Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat
uitvoeren.
4 Geef aan wat je daarbij nodig hebt.
Denk hierbij ook aan de volgende zaken:
a Opdrachtformulieren.
b Computer, printer, scanner.
3
Leren
1 Wat ga je hier leren?
a Praktijkhandelingen.
b Theoretische kennis.
c Communicatieve vaardigheden.
2 Welke competenties ga je hiermee ontwikkelen?
3 Zoek dit eventueel op in:
a Het Basisdocument.
b De beoordelingsmonitor.
Evalueren en beoordelen
• De begeleider/docent controleert of je alle punten
van de opdracht correct hebt uitgewerkt.
• Kijk in de beoordelingsmonitor na waarvoor je een
beoordeling krijgt.
• Je hebt de oriëntatie afgerond. De informatie die je
hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende
stap.
• In stap 2 ga je een activiteitenplan maken en je
verder voorbereiden.