![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0167.jpg)
167
OOG
OOR
VOET
HAND
HOOFD
ADEM
HYGIËNE
GOEDEREN
BEHANDELING
ANDER VEILIGHEIDS
MATERIAAL
KLEDIJ
Ademhalingsbescherming
DE VERSCHILLENDE SOORTEN SCHADELIJKE STOFFEN
•
STOF EN ROOK :
bij het slijpen, zandstralen, schuren of shredden van materiaal komen er deeltjes van verschillende grootten vrij die in de lucht zweven.
•
NEVEL :
bij verstuiving, condensatie van producten vormen er zich zeer kleine druppeltjes die in de lucht zweven.
•
DAMP :
stoffen in gasvormige toestand (vloeibaar of vast), gevormd door het verdampen van vloeibare of vaste stoffen (oplosmiddelen, koolwaterstoffen…).
•
GASSEN :
zoals lucht verplaatsen deze eenvoudige of complexe stoffen zich gemakkelijk bij omgevingstemperatuur. Sommige gassen zijn zeer gevaarlijk en
vereisen een bijzondere bescherming.
CLASSIFICATIE
Er bestaan twee grote categorieën ademhalingsbeschermingstoestellen: toestellen die filteren en toestellen die isoleren.
•
FILTERENDE TOESTELLEN :
zij zuiveren de omgevingslucht door middel van een filter. Filterende toestellen bestaan meestal uit een gezichtsgedeelte dat
de ademhalingswegen (mond en neus) in meerdere of mindere mate bedekt. Dit gezichtsgedeelte is voorzien van een aangepaste filter. Een filterend toestel
maakt geen zuurstof aan, en mag in geen geval worden gebruikt in een zuurstofarme omgeving.
•
ISOLERENDE TOESTELLEN :
deze worden met zuivere lucht gevoed door een bron zuivere lucht (of zuurstof). Dankzij een isolerend toestel is de gebruiker
onafhankelijk van de atmosfeer waarin hij zich bevindt. Isolerende toestellen bestaan uit een gezichtsgedeelte en een deel dat lucht (of zuurstof) toevoert.
Ofwel verbindt een slang de gebruiker met de bron van inadembare lucht (niet-autonome toestellen), ofwel draagt de gebruiker de bron van inadembare lucht
of zuurstof op zich (autonome toestellen).
De FOD Arbeid heeft grenswaarden vastgelegd voor toegelaten concentraties op de werkplek :
•
GEMIDDELDE BLOOTSTELLING
Gemiddelde concentratie gedurende een werkdag van 8 uur en een werkweek van 40 uur, waarbij de dagelijkse blootstelling
geen enkel gezondheidsrisico inhoudt.
•
MAXIMALE BLOOTSTELLING
Concentratie waaraan een individu 15 minuten kan worden blootgesteld zonder dat zijn gezondheid in het gedrang komt.
FILTERS
Er zijn drie klassen filters bepaald. Hoe hoger de klasse, hoe meer bescherming de filters bieden. Er bestaan filters tegen deeltjes, tegen vaste of vloeibare aërosolen,
tegen gassen, en tegen de combinatie van twee vervuilers.
FILTERS TEGEN DEELTJES EN AËROSOLEN
Klasse
Schadelijke stof
Maximale gebruiksduur van een masker
FFP1 of P1 (lage efficiëntie)
Niet-giftige deeltjes
Tot 4 keer de gemiddelde blootstelling
FFP2 of P2 (gemiddelde efficiëntie)
Vaste en/of vloeibare aërosolen die gevaarlijk of
irriterend kunnen zijn
Tot 10 keer de gemiddelde blootstelling
FFP3 of P3 (hoge efficiëntie)
Giftige vaste en/of vloeibare aërosolen
Tot 50 keer de gemiddelde blootstelling voor
halfgelaatsmaskers
Tot 200 keer de gemiddelde blootstelling voor
volledige maskers
•
EVOLUTIEVAN DE NORMEN :
De stofmaskers en de gecombineerde maskers worden tegenwoordig in twee categoriën onderverdeeld: die voor eenmalig
gebruik en de herbruikbare. Er is een nieuwe markering ingevoerd voor alle anti-deeltjes maskers. « NR » staat voor maskers voor eenmalig gebruik ; « R » staat
voor herbruikbare maskers.