9
VERBETEREN VAN DE LEEFSITUATIE VAN HET KIND/DE JONGERE
Competenties
- componenten
Ontwikkelingsgericht
Prestatie-indicatoren
voldoende
goed
onvoldoende
Beoordelingslijst
beroepsprestatie 2.2
Verbeteren van de leefsituatie van het kind/de jongere
(2012-pm-4-jz-bp2.2)
Naam student:
Opleiding:
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
Fase:
Cohort:
Datum:
Werkproces 2.5 Ondersteunt het kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd
C Begeleiden
– coachen
– motiveren
p
Dit betekent dat:
• je het kind/de jongere motiveert om zelf oplossingen en
alternatieven voor problemen te bedenken en uit te proberen
• je het kind/de jongere motiveert uitdagingen aan te gaan en
doelen te bereiken
zodat:
• het kind/de jongere leert hoe hij zijn leefsituatie kan
verbeteren op het gebied van vrije tijd, werken of leren.
E Samenwerken en
overleggen
– anderen raadplegen en
– betrekken
p
Dit betekent dat:
• je het gezin en het sociale netwerk van het kind/de jongere
raadpleegt en hun hulp inroept
zodat:
• ook het netwerk rond het kind/de jongere een bijdrage kan
leveren aan het verbeteren van de leefsituatie van het kind/
de jongere.