5 uitvoering
51
Personenautotechnicus
STAP 3.
VOORBEREIDEN
Je verzamelt de juiste werkplaatsinformatie, gereedschappen en
onderdelen.
Als de informatie onvolledig is of gereedschappen en onderdelen
niet voorhanden zijn, overleg je met je begeleider.
Resultaat
• Een werkvoorbereiding met de juiste werkplaatsinformatie en het
(speciaal)gereedschap dat je nodig hebt voor het uitvoeren van
de reparatie.
Je begint niet meteen met de reparatie aan een auto. Eerst maak je
een werkplan: de werkvoorbereiding (Formulier BT3.4)(5.3.3).
De werkvoorbereiding bevat alle stappen die nodig zijn om een
reparatie aan een auto uit te voeren.
Je vult hiervoor de formulieren in die je van je beoordelaar krijgt.
Nadat je werkvoorbereidingen hebt gemaakt bespreek je deze met je
beoordelaar.
Jouw beoordelaar
controleert
of jij: een goede werkvoorbereiding
maakt met daarin de juiste werkplaatsinformatie van het voertuig en
de juiste (speciaal)gereedschappen die nodig zijn voor de opdracht.
Werkproces 2.2: Voert reparatie uit aan personenauto
STAP 4.
UITVOEREN
Je demonteert het defecte onderdeel en vergelijkt/controleert dat
met de fabrieksspecificaties.
Je stelt vast of de juiste diagnose gesteld is en trekt daaruit de juiste
conclusie.
Je noteert de gevonden afwijkingen.
Voor de montage vergelijk je een nieuw onderdeel met het defecte
onderdeel.
Je vult de materiaalstaten (onderdelenbon) in.
Je voert de reparatie uit volgens de voorschriften, de
bedrijfsprocedures en de instructies van je begeleider.
Je gebruikt passende gereedschappen op de juiste manier en
daarbij werk je snel en nauwkeurig.