99
Personenautotechnicus
4. Beoordelingsgesprek
Doel
Het beoordelingsgesprek wordt als beoordelingsmethode ingezet om
te achterhalen welke overwegingen en keuzes een student gemaakt
heeft tijdens het uitvoeren van een opdracht/werkproces. Daarnaast
achterhaalt de beoordelaar welke kennis en vaardigheden de student
eventueel heeft ingezet. Een beoordelingsgesprek leidt tot de (mede)
beoordeling van competenties.
Het beoordelingsgesprek als zelfstandige toetsvorm wordt gebruikt voor
de beoordeling van complexere leerdoelen of leerprocessen. Daardoor
wordt inzicht verkregen in de kennis, vaardigheden en persoonlijke
kwaliteiten van een student, die de beoordelaar niet zelf heeft
waargenomen of heeft kunnen waarnemen. In een beoordelingsgesprek
wordt zo nagegaan of de student bewust competent is: hij weet waarom
hij zo heeft gehandeld, dit is een belangrijk aspect van competent zijn.
Tevens kan in het gesprek worden vastgesteld of het beroepsproduct
authentiek is.
Werkwijze De student en zijn beoordelaar(s) voeren een gesprek over een
afgerond werkproces. In overleg wordt bepaald wanneer het
beoordelingsgesprek wordt gehouden en welke beoordelaar(s) daarbij
aanwezig zijn.
Elke beoordelaar focust zich op datgene wat beoordeeld wordt.
Daarbij is vooraf vastgesteld aan welke werkprocessen aandacht
wordt besteed, en volgens welke criteria de student zijn competent
handelen moet aantonen. De beoordelaar noteert de feiten die in
het gesprek naar voren komen en hoe die in verhouding staan tot de
geldende beoordelingscriteria van één of meer competenties binnen het
betreffende werkproces.
Zowel kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten, zoals de
houding van de student, worden integraal beoordeeld. De beoordeling
van competenties via een beoordelingsgesprek wordt uitgedrukt met
een D, A of G.
Uitvoering De student en zijn beoordelaar(s) houden een beoordelingsgesprek op
het moment dat alle activiteiten rondom een werkproces zijn afgerond.
In overleg wordt bepaald wanneer het beoordelingsgesprek wordt
gehouden en welke beoordelaar(s) daarbij aanwezig zijn.
Het beoordelingsgesprek wordt uitgevoerd met behulp van de
STARRT-methode (zie bijlage 3). De beoordelaars onderzoeken op een
gestructureerde manier door middel van vragen in hoeverre een student
voldoet aan criteria die van tevoren bekend zijn gemaakt.