4.5.1 Dagactiviteiten opzetten MB - DEMO

Deze interactieve publicatie is gemaakt met gebruik van FlippingBook - een online streamingdienst voor PDF's. Je hoeft niets te downloaden of ergens op te wachten. Open het document en begin direct te lezen!

Module 4.5.1 Dagactiviteiten opzetten

Setting:

Zorgcentrum

Auteurs/redacteurs:

W.H.M. Croonen

A.C. Verhoef

Leerlijn 3 en 4

Colofon Module 4.5.1 Dagactiviteiten opzetten

Auteurs/redacteurs:

W.H.M. Croonen A.C. Verhoef

Fotografie :

Mirador Media, Anke Gielen en Maria van der Heyden

Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met H.T. de Ruijter en J.B. Mannee van Projectbureau Scienza: www.scienza.nl

Inleiding

Meer informatie over D-Talent en een overzicht van leermiddelen: www.d-talent.nl

D-Talent opent deuren! De D van D-Talent staat voor Domein. Het gaat om je persoonlijk domein, dus om wat je wil, wenst, nastreeft, waar je goed in bent en wat je graag doet. D-Talent bestaat uit modules. Iedere module bereidt je voor op kenmerkende onderdelen van latere MBO-domeinen. Domein verwijst dus ook naar de Domeinen in het MBO waar jij je op voorbereidt. Met de modules in D-Talent kan jouw deur naar de juiste MBO-opleiding steeds verder voor je opengaan. Deze Module gaat over: Dagactiviteiten opzetten . Maak snel een start en….. bedenk dat je vooral leert door zelf actief met de leerstof bezig te zijn!

© copyright D-Talent, 2018

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbenden.

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

In D-Talent worden de volgende afkortingen gebruikt:

MB

= = = = = = =

Moduleboekje Takenboekje

TB

Elo

Elektronisch leeromgeving

PvA

Plan van Aanpak

Ci

Context-info

Wpo

Werkplekoefening

PCT

PlanCare TryEEZ (elektronisch zorgdossier)

Inhoudsopgave

Module 4.5.1 – Dagactiviteiten opzetten...........................................................................................................3

4.5.1A Een dagbestedingsactiviteit voorbereiden .............................................................................................4

4.5.1B Een dagbestedingsactiviteit kiezen en regelen .......................................................................................6

Context-info 165 Dagbesteding voor ouderen........................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Context-info 166 Levensboek als activiteit voor ouderen ...............................................................................14

Context-info 167 Werken aan een levensboek ................................................................................................16

Lijst 4.5.1 Overzicht van hulpmiddelen ............................................................................................................20

Context-info 165 Dagbesteding voor ouderen

D-Talent | 2

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Module 4.5.1 – Dagactiviteiten opzetten

Ingangsniveau:

Ons advies is dat je Profielvak Mens & Activiteit hebt afgesloten.

Deze Module voer je uit op de werkplek Zorgcentrum.

Bekijk de slideshows om een goed beeld te krijgen van de werkplek …

… en de stagesituatie

3 | D-Talent

Context-info 165 Dagbesteding voor ouderen

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

4.5.1A Een dagbestedingsactiviteit voorbereiden

 Bekijk de slideshow van de praktijksituatie

 1 Vormen van een tweetal

Bij een aantal onderdelen werk je samen met één collega. Vorm basistweetallen.

Gebruik:

 2 Invullen van het Plan van Aanpak

Open PvA 4.5.1 (Elo)

Vul deel A van het Plan van Aanpak 4.5.1 in. Dit is een open plan van aanpak, je vult het zelf in Overleg met je collega.

Gebruik:

 3 Aan de slag met context-informatie

Ci 165 Dagbesteding en ouderen (MB) Ci 200 Soorten activiteiten (MB) Ci 166 Levensboek als activiteit voor ouderen (MB)

Maak jezelf de informatie die je nodig hebt, eigen:

Ci 165 Dagbesteding voor ouderen Ci 166 Levensboek als activiteit voor ouderen

Context-info 165 Dagbesteding voor ouderen

D-Talent | 4

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Gebruik:

 4 Maken van zelftests

Zelftest 36 Soorten dagbestedingsactiviteiten herkennen (Elo) Zelftest 129 Cliëntkeuze voor levensboekactiviteit (Elo)

Test je kennis van ouderen en dagbesteding, en van het levensboek als activiteit.

Maak:

Zelftest 36 en Zelftest 129.

Gebruik:

 5 Cliëntselectie maken in Huize Hazelaar

Wpo 171 Cliëntselectie maken (TB) Bijlage 311 Persoons- beschrijving meneer Adesh (TB) Bijlage 312 Persoons- beschrijving mevrouw Van der Knaap (TB) Bijlage 313 Persoons- beschrijving mevrouw Van den Broek (TB)

Kies 2 cliënten in Huize Hazelaar voor wie de levensboekactiviteit heel geschikt is.

Maak gebruik van de criteria uit de context-info (stap 3).

Begin met Wpo 171.

Gebruik:

 6 Controleren van je werk

Jouw PvA (eigen map)

Check met je Plan van Aanpak 4.5.1A of alles af is.

Bekijk of je je resultaten van bepaalde opdrachten nog kunt en wilt verbeteren.

Gebruik:

 7 Terugblikken en vooruit kijken

Reflectieformulier 4.5.1 (TB)

Vul deel A van het Reflectieformulier in.

Je hebt nu Deelopdracht 4.5.1A afgerond. Ga verder met de volgende Deelopdracht.

5 | D-Talent

Context-info 165 Dagbesteding voor ouderen

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

4.5.1B Een dagbestedingsactiviteit kiezen en regelen

 Bekijk de slideshow van de praktijksituatie

 1 Zoeken van oudere

In stap 5 en 6 en in Module 4.6.1 hebben jullie ieder 1 oudere nodig.

Met hem/haar ga je de levensboekactiviteit doen.

Maak met de oudere afspraken en verwerk die in je Plan van Aanpak.

Gebruik:

 2 Invullen van het Plan van Aanpak

Jouw PvA 4.5.1 (eigen map)

Vul deel B van het Plan van Aanpak 4.5.1 in. Overleg met je collega.

Context-info 165 Dagbesteding voor ouderen

D-Talent | 6

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Gebruik:

 3 Aan de slag met context-informatie

Ci 167 Werken aan een levensboek (MB)

Maak jezelf de informatie die je nodig hebt, eigen:

Context-info 167 Werken aan een levensboek

Gebruik:

 4 Voorlopig ontwerp maken voor het levensboek

Wpo 172 Ontwerpen levensboek (TB)

Jij gaat met een oudere aan een levensboek werken. Verzamel alle materialen die je nodig hebt. Maak ook een voorlopig ontwerp voor het levensboek.

Benodigdheden voor maken van het levensboek (zie Wpo 172)

Levens-

boek

Gebruik:

 5 Informeren van 'jouw' oudere Vertel jouw oudere wat de levensboekactiviteit inhoudt en wat er van hem/haar wordt gevraagd. Je maakt hierbij ook definitieve keuzes en afspraken.

Wpo 173 Oudere informeren over levensboekactiviteit (TB) Wpo 172 Ontwerpen levensboek (TB)

Bereid het gesprek voor, zodat je eventuele vragen van de cliënt kunt beantwoorden.

Begin met Wpo 173.

7 | D-Talent

Context-info 165 Dagbesteding voor ouderen

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Gebruik:

 6 Verslag schrijven van het informatieve gesprek

Wpo 183 Gespreksverslag levensboek maken (TB)

Beschrijf in een verslag hoe het informatieve gesprek verliep. Geef in het verslag ook aan of je tevreden bent over het verloop en het resultaat, en waarom.

Gebruik:

 7 Controleren van je werk

Jouw PvA (eigen map) Begrippenlijst 4.5.1 (TB)

Check met je Plan van Aanpak 4.5.1B of alles af is.

Bekijk of je je resultaten van bepaalde opdrachten nog kunt en wilt verbeteren.

Check of je de basisbegrippen uit Module 4.5.1 kent door de begrippenlijst in te vullen.

Gebruik:

 8 Terugblikken en vooruit kijken

Reflectieformulier 4.5.1 (TB) Voortgangsformulier 4.5/4.6 (Elo)

Vul deel B van het Reflectieformulier in.

Rond deze Module nu af: vul ‘Afronding Module 4.5.1’ van het Voortgangsformulier in en sla het op.

Je hebt deze Module nu afgerond.

Ga verder met Module 4.6.1.

Context-info 165 Dagbesteding voor ouderen

D-Talent | 8

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Context-info 165 Dagbesteding voor ouderen

Inleiding

Sommige ouderen hebben moeite om zelf zinvol en prettig de dag door te komen. Ze weten niet wat ze moeten doen en hebben onvoldoende energie om zelf tot iets te komen. Ze blijven zitten waar ze zitten, kijken de hele dag naar de tv of staren uren achtereen uit het raam. Ook komt het geregeld voor dat ouderen de hele dag in een stoel zitten te dutten en doezelen.

Deze ouderen hebben weinig beweging en komen nauwelijks in contact met anderen. Hun leven is saai, leeg en eentonig. Er is een grote kans dat deze ouderen depressief worden.

Natuurlijk zouden de meeste van deze ouderen wel anders willen, maar toch lukt het deze mensen niet om zelf tot iets te komen. Kies je voor een beroep in de sector zorg en welzijn? Dan kan het jouw taak zijn om cliënten te ondersteunen bij hun dagbesteding.

Wat is dagbesteding?

Bij dagbesteding gaat het niet om zomaar een activiteit tussendoor. Want met maar een uurtje bezig zijn is een cliënt die problemen heeft met zijn dagbesteding niet geholpen.

9 | D-Talent

Context-info 165 Dagbesteding voor ouderen

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Voor ouderen die problemen hebben met hun dagbesteding, zijn er vaak huiskamerprojecten of vergelijkbare projecten. Ouderen kunnen hier een groot deel van de dag of zelfs de hele dag terecht voor allerlei activiteiten. Gewoon koffie- en theedrinken en een maaltijd met elkaar eten horen daar ook bij. Deelname aan dit soort projecten is vrijwillig. Je kunt ouderen wel stimuleren aan dagbestedingsprojecten deel te nemen, maar dat is iets anders dan de oudere ertoe dwingen. Dagbesteding is er voor de oudere die dat nodig heeft én er behoefte aan heeft.

Context-info 165 Dagbesteding voor ouderen

D-Talent | 10

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Context-info 200 Soorten activiteiten

Activiteiten maken een belangrijk deel uit van het leven. Niets doen leidt tot verveling. Van niets doen worden mensen ongelukkig en mensen komen er ook niet verder mee in hun leven. Het doen van activiteiten is dus erg belangrijk voor het welzijn van mensen. De meeste mensen vinden het prettig om verschillende soorten activiteiten te doen. Bij mensen met een verstandelijke beperking en bij demente mensen kan dat anders zijn. Het is belangrijk daar rekening mee te houden.

Je kunt verschil maken verschillende soorten activiteiten. In deze Ci gaan we er dieper op in.

Arbeidsmatige activiteiten

Bij arbeidsmatige activiteiten gaat het om het maken van producten en het verlenen van diensten. Ouderen doen deze activiteiten vrijwillig en ontvangen daarvoor geen loon.

Voorbeelden van arbeidsmatige activiteiten zijn: keramiekproducten maken, werken in de tuin, koffie en thee serveren en jam maken. Arbeidsmatige activiteiten worden ook veel door andere doelgroepen gedaan. Denk aan mensen met een beperking. Zij verzorgen bijvoorbeeld dieren op een zorgboerderij of schilderen simpele houten voorwerpen als vogelhuisjes of bloembakken.

Arbeidsmatige activiteiten hebben als doel:

het ontplooien van jezelf; het leveren van een zinvolle bijdrage aan de maatschappij; het hebben van sociale contacten.

11 | D-Talent

Context-info 200 Soorten activiteiten

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Zelfzorgactiviteiten

Zelfzorgactiviteiten liggen op het terrein van de ADL en HDL.

Je kunt denken aan de was doen, strijken, stofzuigen, een maaltijd bereiden, boodschappen doen, enzovoort. Als je als beroepskracht een oudere bij een zelfzorgactiviteit begeleidt, is het natuurlijk belangrijk de zelfredzaamheid van deze persoon te bevorderen.

Je stimuleert de oudere dus deze zelfzorgactiviteiten zo veel mogelijk zelf te doen.

Zelfzorgactiviteiten hebben als doel:

het behouden en vergroten van eigen zelfredzaamheidsvaardigheden; het versterken van het gevoel van eigenwaarde; het aangaan en onderhouden van sociale contacten; het verminderen van gevoelens van afhankelijkheid.

Ontspanningsactiviteiten

Bij ontspanningsactiviteiten, ook wel vrijetijdsactiviteiten genoemd, staat het ontspannen centraal. Je kunt denken aan alle dingen waar mensen plezier aan beleven, zoals breien, knutselen, muziek maken, biljarten, uitstapjes maken, enzovoort. Voor al deze activiteiten geldt wel dat de deelnemer vrij moet zijn te kiezen wat hij wil doen. Is er een verplichting of dwing je de deelnemer mee te doen, dan is het geen vrije tijd meer.

Ontspanningsactiviteiten hebben als doel:

het ervaren van ontspanning; het samen met anderen bezig kunnen zijn.

Door als beroepskracht ontspanningsactiviteiten aan te bieden wordt vrije tijd ook een zinvolle en leerzame tijd, maar dat mag niet voorop staan.

Context-info 200 Soorten activiteiten

D-Talent | 12

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Educatieve activiteiten

Bij educatieve activiteiten staat centraal dat de deelnemer iets leert. Denk aan een internetcursus, digitaal fotograferen of een geheugentraining.

Educatieve activiteiten hebben als doel:

het vergroten van kennis en vaardigheden; het ontplooien van jezelf.

Sport- en spelactiviteiten

Wat sport- en spelactiviteiten zijn, hoeven we je niet uit te leggen. Het aantal sport- en spelactiviteiten is eindeloos. Een sport- en spelactiviteit wordt meestal samen met anderen gedaan: denk aan een wedstrijdje voetbal, een spelletje monopoly of een potje klaverjassen.

Sommige sport- en spelactiviteiten kun je (ook) alleen doen: denk aan fietsen, wandelen, patience of

een computerspelletje.

Sport- en spelactiviteiten hebben als doel:

het behouden en vergroten van (motorische) vaardigheden en conditie; het onderhouden van sociale contacten (als je het met anderen doet); plezier hebben.

Activiteiten zijn middel, geen doel

Activiteiten moet je zien als gereedschap. Activiteiten zijn een middel om bepaalde doelen te bereiken.

Van tevoren moet je je afvragen, welke doelen je met een bepaalde activiteit wilt bereiken. Het gaat dus nooit om de activiteit alleen!

In de praktijk overlappen de hiervoor genoemde activiteitensoorten elkaar. Zo is klaverjassen een sport- en spelactiviteit, maar tegelijkertijd een ontspanningsactiviteit.

Het belang van de indeling in soorten activiteiten is vooral dat je er rekening mee kunt houden bij een prettige dagbesteding. Het is goed om verschillende soorten activiteiten af te wisselen.

13 | D-Talent

Context-info 200 Soorten activiteiten

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Context-info 166 Levensboek als activiteit voor ouderen

Inleiding

Het werken met levensboeken bij ouderen is een activiteit die alweer enige jaren bestaat. Een levensboek is een (losbladig) album met tekst, foto’s, knipsels, plaatjes en ander materiaal uit het leven van een cliënt. In onze situatie is dit een oudere cliënt.

Dit boek maak je niet voor de cliënt, maar je maakt het samen met de cliënt. Iedere cliënt heeft zijn unieke levensverhaal. Het gaat daarbij niet zozeer om de feiten, maar om de beleving, om positieve herinneringen.

Doelen van de levensboek-activiteit

Het werken aan een levensboek is leuk en bijzonder. Een cliënt kan intens genieten van de individuele aandacht die jij hem geeft bij het werken aan zijn of haar levensboek. Het kan iemand erg goed doen mooie herinneringen nog eens op te halen en te delen met een ander: met jou.

Door het maken van een levensboek leer jij de cliënt veel beter kennen. Het verdiept het contact tussen jou als begeleider en de cliënt.

Een levensboek heeft niet alleen waarde tijdens de periode dat je eraan werkt. Ook als het ‘af’ is (eigenlijk is het nooit af) heeft het betekenis voor de cliënt en de mensen in zijn omgeving.

De kracht van een levensboek is dat het de oudere helpt bij het vasthouden van zijn herinneringen. Het verleden in foto’s, verhalen en andere voorwerpen helpt hem bij het levend houden van zijn verleden. Het helpt hem zijn eigen identiteit, zijn gevoel van dat ben ik, te bewaren.

Een levensboek kan daarnaast jouzelf en anderen helpen om in contact te komen met de cliënt en zijn familie. Een levensboek geeft gespreksstof. Familie en vrienden van de cliënt vinden het bijna altijd leuk om samen met de cliënt het levensboek in te kijken en erover te praten.

Context-info 166 Levensboek als activiteit voor ouderen

D-Talent | 14

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Levensboek voor iedereen?

Voor ieder mens kan een levensboek waardevol zijn, maar zeker voor ouderen heeft het een belangrijke waarde. Ouderen hebben namelijk uit zichzelf al vaak de behoefte om terug te blikken op hun leven. Soms om de balans op te maken, soms om gebeurtenissen, anekdotes of andere momenten door te geven aan hun kinderen en kleinkinderen. Een levensboek geeft stof om over te praten. Toch is de levensboek-activiteit niet voor iedere oudere geschikt. Belangrijk is bijvoorbeeld dat de oudere herinneringen kan en wil ophalen. De oudere moet over voldoende verbale vermogens beschikken, niet dement zijn en moet ook voldoende positief in het leven staan. Met ouderen die depressief zijn of heel veel hebben meegemaakt en dat niet goed hebben verwerkt, kun je beter niet aan deze activiteit beginnen.

Of de oudere een grote of kleine familie heeft, wel of niet eenzaam is en of z’n partner nog leeft, maakt geen verschil.

Eigendom

Een levensboek is in principe het eigendom van de oudere. Is het nodig dat jij er op bepaalde momenten over kunt beschikken, overleg dit dan met de oudere.

Het spreekt vanzelf dat je er heel voorzichtig en zorgvuldig mee omgaat.

Voor in het levensboek kun je, in overleg met de oudere, opnemen wie het levensboek mogen inzien.

15 | D-Talent

Context-info 166 Levensboek als activiteit voor ouderen

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Context-info 167 Werken aan een levensboek

Voorbereiding

Voordat je samen met de oudere aan zijn levensboek gaat werken, is het handig om de indeling (zie hierna) al af te hebben en een lijstje te hebben met (per thema) de vragen die je hem kunt stellen. Zorg dat de pagina’s met daarop de titels van de thema’s (per pagina één titel) klaar zijn. Ook de voorkant van het levensboek kun je al van tevoren af hebben.

Vorm

Bij het maken van een levensboek is het 't handigst te werken met een losbladig album op A4-formaat. Het is ook handig om behalve van gewoon papier ook gebruik te maken van fotokarton en plastic hoesjes.

Indeling van het levensboek

Je kunt het levensboek het beste thematisch indelen. Je kunt bijvoorbeeld ingaan op thema's als:

kindertijd; school/opleiding; wonen; relaties en gezin; werk; vrienden en vrije tijd; levensbeschouwing/geloof.

Welke thema's je kiest, hangt natuurlijk ook af van de oudere. Bij de een speelt het werk een belangrijke rol in het leven, bij de ander kan dat totaal anders liggen.

Het verhaal van de cliënt centraal

In het levensboek moet het verhaal van de cliënt centraal staan. Ieder levensboek zal er daarom anders uitzien. Naarmate je meer verschillende zaken opneemt in een levensboek, zal het meer gaan leven. Een levensboek dat alleen maar tekst of foto's bevat, is niet echt een levensboek. Het is meer een fotoalbum waarin ook wat is geschreven.

Context-info 167 Werken aan een levensboek

D-Talent | 16

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

In een levensboek kun je allerlei dingen opnemen. Denk aan de volgende mogelijkheden.

Teksten

tekst bij foto's verhalen en anekdotes versjes, gedichtjes, rijmpjes gebeden liedteksten bijzondere uitspraken, woorden of zinnen recepten.

Verhalen en teksten krijgen een meerwaarde als ze origineel zijn. Een door je oma met de hand geschreven recept is bijzonderder dan wanneer dit recept is getikt. Lukt het niet het origineel op te nemen? Maak dan een kopie of foto ervan.

Documenten

verjaardagskaarten geboortekaartjes trouwkaart jubileumkaarten tekeningen kleine werkstukjes handgeschreven briefjes.

Het is niet altijd mogelijk om originele documenten in het levensboek op te nemen. Bekijk dan of je er een foto of tekening van kunt maken of leg het document onder het kopieerapparaat en maak een kopie.

Foto's en afbeeldingen

Foto’s van personen of gebeurtenissen, situaties of plaatsen:

- waarmee de oudere een goede relatie heeft of heeft gehad; - waarvan de oudere geniet of genoten heeft; - met wie of waar de oudere prettig gewerkt heeft of werkt; - waarvan de oudere houdt of gehouden heeft.

Het kan gaan om oude, maar ook om nieuwe foto’s. Is het niet mogelijk een oude foto op te nemen, bekijk dan of het mogelijk is er een duplicaat van te maken, bijvoorbeeld door de foto te scannen en opnieuw af te drukken.

17 | D-Talent

Context-info 167 Werken aan een levensboek

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Behalve foto’s kun je ook plaatjes opnemen. Deze plaatjes kun je overal zoeken: in tijdschriften, op internet, enzovoort.

Versieringen

Wees terughoudend met versieringen. Op oude foto’s plak je bijvoorbeeld geen tekstballonnetjes. En fotostickers laat je ook achterwege.

Kies met smaak: niet wat jou aanspreekt, maar wat de oudere aanspreekt. Bedenk daarbij dat de versieringen nooit mogen overheersen. De inhoud van het levensboek hoort centraal te staan.

Belangrijk is verder om niet met een glitterpen te schrijven, maar kies gewone inkt en gewoon wit papier. Pas je aan bij de sfeer die foto’s en voorwerpen uitstralen.

Het totaal: positiviteit

Wat je ook in het levensboek opneemt, belangrijk is dat het positiviteit uitstraalt. Als je het levensboek bekijkt en leest, dan moet het een goed gevoel oproepen. Als het herinneringen oproept, dan moet het om goede, leuke herinneringen gaan.

Het is overigens niet de bedoeling om zomaar alles op te nemen in het levensboek. Dan wordt het zo groot, zo omvangrijk dat het zijn waarde verliest. Het is van groot belang om goed te selecteren. In het levensboek komen dus niet alle liedjes die oma in haar kindertijd zong. Je neemt alleen dat liedje op waaraan de oudere de meest waardevolle herinnering heeft.

Je neemt niet alle (kopieën van) foto’s op die van de oudere gemaakt zijn op de lagere school. Je plakt alleen die foto in waar ook zijn favoriete meester op staat.

Hoe werk je aan een levensboek?

Probeer zo veel mogelijk alle handelingen die het vullen van het levensboek betreffen samen met de oudere te verrichten. Je kunt voorstellen een bepaalde foto of een bepaald recept op te nemen, maar als de oudere daar andere ideeën over heeft, neem zijn ideeën dan over.

Context-info 167 Werken aan een levensboek

D-Talent | 18

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Langere teksten kun je het beste in getypte vorm opnemen. Ze zijn dan beter te lezen. Kan de oudere dit zelf? Laat het hem dan ook zelf doen. Typ jij de tekst voor hem? Lees het een volgende keer dan voor en vraag of je zijn verhaal goed hebt weergegeven.

Tips bij het ophalen van herinneringen

Hier vind je een aantal praktische tips:

Haal die herinneringen op die de oudere zich graag herinnert. Vraag daar ook gericht naar, bijvoorbeeld met de vraag: ‘Wat is uw beste herinnering aan…?’ Respecteer het als de oudere over bepaalde dingen niet wil praten. Volg de oudere in wat hij vertelt. Vertelt de oudere een sterk verhaal? Het maakt niet uit: het doet er niet zoveel toe of een herinnering waar is of niet. Het gaat om de beleving. Luister goed naar de oudere. Het verhaal van de oudere moet centraal staan. Pas je aan het tempo van de oudere aan. Het gaat niet om de kwantiteit (hoeveelheid), het gaat om de kwaliteit.

19 | D-Talent

Context-info 167 Werken aan een levensboek

MODULE 4.5.1 DAGACTIVITEITEN OPZETTEN

Lijst 4.5.1 Overzicht van hulpmiddelen

Bij Module 4.5.1 zijn de volgende hulpmiddelen nodig:

Eigen materialen voor maken van het levensboek, bepaald in Wpo 172. (Zie Takenboek, Wpo 172, groene kader, punt 1).

Lijst 4.5.1 Overzicht van hulpmiddelen

D-Talent | 20

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online