![Page Background](./../common/page-substrates/page0149.jpg)
F-pupillen
|
149
Lukt het de spelers niet om de bedoeling van de vorm te realiseren? Dan
maak je de vorm juist makkelijker door de weerstand te verlagen. Komt het
aanvallende team zelden tot kansen en maakt het nagenoeg geen doel
punten? Dan kun je de ruimte langer of breder maken, de manier van
scoren aanpassen, grotere doeltjes te plaatsen, pylonen verder uit elkaar
te plaatsen, door een speler bij het aanvallende team toe te voegen of door
het aantal verdedigers te verkleinen.
Pas op met een overtal van twee spelers in een oefenvorm ‘met richting’
(dit geldt dus niet voor een positiespel). Dan wordt de vorm zo ongelijk dat
beide teams niet worden uitgedaagd. Vraag je steeds af of de aangepaste
vorm nog wel voetbaleigen is. Er moeten medespelers zijn, tegenstanders,
spelregels, een afgebakende ruimte, beide teams moeten kunnen scoren
en... er moet een bal zijn. Soms concludeer je dat de gekozen oefenvorm
ondanks jouw aanpassingen voor de spelers te complex was. Kies de
volgende keer voor een eenvoudiger vorm.
Denk er ook aan dat de oefenvorm na de aanpassing nog steeds voldoet
aan de doelstelling. Wil je ‘het creëren van kansen door middel van een
individuele actie’ trainen en lukt dit niet in een oefenvorm ‘1 tegen 1 met 2
kleine doeltjes’? Het toevoegen van een extra aanvaller kan ertoe leiden dat
spelers juist nog minder vaak gaan dribbelen en gaan overspelen. Daar is
op zich niks mis mee, maar dat is niet wat je wilde trainen.