F-pupillen
|
61
zijn Dani training gaf. Gretig nam hij het van haar over. Hij wil het beste
voor Dani. En hij was op dat moment de beste – arrogant gezegd.
‘Dani, ik geniet van jou!’
Arnoud ziet hoe Dani steeds wegsluipt bij zijn lange bewaker, zodat hij
bij een dieptepass alvast een voorsprong heeft. Dat heeft niemand hem
verteld, dat bedenkt-ie zelf. Arnoud vraagt zich niet zoals Johan af of hij
zijn zoon voor de voeten loopt. Integendeel. Arnouds vader was er ook
altijd bij als hij vroeger speelde. Dat wil hij Dani ook geven. Hij wil net
zo’n leuke trainer zijn als zijn eigen trainer dat voor hem was. Hij geniet
als hij achterin zijn tuintje zit en Dox toevallig langsloopt en enthousiast
naar hem zwaait.
‘Hee, hallo trainer!’
‘Haal die bal eruit!’, roept Johan.
Aan de andere kant van het veld hoort Mike de instructie van zijn
coach en voert hem uit. Hij roeit de bal diagonaal weg, richting Dox.
‘Voor de stuit!’, roept Johan.
Dox kent de voetbalterm, maar neemt de bal niet aan voor de stuit. Voor
zulke moeilijke woorden draaien de spelers van de F3 hun hand niet om.
Ze kennen de meeste begrippen wel, want Arnoud gebruikt ze ook op de
training. Druk zetten, aansluiten, knijpen. Onderschat die gastjes niet,
hoor, vindt hij. Ze kennen die uitdrukkingen allang van de Playstation.
‘Sam, óp de bal!’
Sam kent ook die uitdrukking, maar geeft er geen gevolg aan.
KNVB-tip: de vader als coach
Vaak is een vader van één van de spelers actief als coach.
Dat is soms lastig voor vader én voor zoon of dochter. Je
moet je aandacht eerlijk verdelen over alle spelers. Je kunt
je eigen kind niet bevoordelen (scheve gezichten bij andere
ouders) of benadelen (scheef gezicht bij jouw kind). Bewaak
de balans tussen positief enthousiasme en pushen. Besef
dat jij in deze rol een onuitwisbare indruk op hem maakt.
Accepteer dat hij misschien nog niet de gedrevenheid heeft
die jij als coach wel hebt.