62
|
F-pupillen De bekerwedstrijd
‘Sam, meeverdedigen!’
Sam zet even aan, maar vertraagt als hij ziet dat hij er toch niet bij kan.
Hij staat ver verwijderd van Dani, met wie hij anders zo fijn samenspeelt.
De sterke tegenpartij dwingt hem tot verdedigen. Maar van verdedigen
houdt hij helemaal niet. Hij kan het gewoon niet goed, vindt hijzelf. Zijn
vader snapt dat wel. Sam moet het volgens hem vooral hebben van zijn
sprintsnelheid en zijn goede rechterbeen. Daarmee passeert hij makkelijk
een mannetje, holt door tot aan de achterlijn en geeft de bal dan voor om
zo anderen in staat te stellen te scoren. Sam is sociaal en behulpzaam.
Thuis speelt hij altijd lief met zijn jongere zusje, en hij houdt rekening met
jongere kinderen in de buurt. Zo verklaart zijn vader ook de geringe inzet
bij het verdedigen uit zijn zoons zachte karakter. In duels is hij terug
houdend, hij zal er nooit hard in vliegen of een ander opzij zetten. Hij wil
wel ‘positioneel’ beter leren verdedigen. Op tijd het moment van ingrijpen
leren herkennen. Maar hij weet niet hoe.
KNVB-tip: geef F-pupillen de ruimte
Mooi meegenomen als aanvallers meeverdedigen en
andersom, maar verwacht het niet van ze. Bij F-pupillen
gaat het om aannemen, dribbelen, schieten en passen. Die
dingen staan dicht bij hun belevingswereld. Besteed verder
vooral aandacht aan de gezelligheid: samen met vrienden
een potje voetballen. Het lijkt soms alsof spelers al op heel
jonge leeftijd voetballen als vak moeten beleven, zoals
Roy Makaay in het voorwoord van dit boek zegt. Mogen ze
het nog spelenderwijs ervaren in een veilige, stimulerende
omgeving?