Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  77 / 113 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 77 / 113 Next Page
Page Background

77

Kerntaak 3: Voert onderhoud en reparatie uit

BIJLAGE 1

Beoordelingsmethoden

Observatie

Een observatie heeft tot doel om vast te stellen of jij voldoet aan

de beoordelingscriteria van competent handelen. Tijdens een

‘observatie’ bekijkt de beoordelaar hoe jij handelt gedurende het

uitvoeren van je opdracht bij een werkproces. Alle competenties die

daarbij een rol spelen, worden tijdens de observatie beoordeeld.

De observator let daarbij niet alleen op de prestatie-indicatoren uit

het kwalificatiedossier, maar ook op de mate waarin jij je actief inzet,

en de manier waarop je kennis en vaardigheden toepast.

Vooraf zijn de momenten of de periodes waarin je door

middel van observatie wordt beoordeeld, vastgelegd. In het

beoordelingsformulier staat aangegeven waaraan jouw gedrag moet

voldoen. Vooraf is bepaald of je de opdracht individueel uitvoert of

samenwerkend in een groep.

Het resultaat van de observatie, dus de beoordeling van jouw ‘gedrag’,

wordt uitgedrukt door middel van O, V of G. Het resultaat van de

observatie telt mee in de eindbeoordeling van een competentie.

1. Observatie

Doel

‘Observeren’ heeft tot doel om informatie te verzamelen over iemands

gedrag. Door het waarnemen van gedrag kan de observator vaststellen

of een student voldoet aan de bij de competenties gevraagde criteria,

en/of hij competent handelt bij het uitvoeren van een werkproces.

Werkwijze De methode van ‘observatie’ wordt ingezet om gedrag te beoordelen.

Gedurende de uitvoering van de kwalificerende leereenheid, dus

wanneer een student aan de werkprocessen werkt, wordt hij

regelmatig geobserveerd.

De observator, tevens beoordelaar, geeft tevoren aan wanneer hij

‘observatie’ inzet als beoordelingsmethode. Daarbij zijn vooraf het

doel en de criteria, ook wel de (prestatie-)indicatoren, vastgesteld.

Met andere woorden: wat wordt geobserveerd en waar moet dit aan

voldoen?

Elke beoordelaar neemt zo objectief mogelijk waar en stelt vast

of de student voldoet aan de gestelde eisen van een werkproces,

overeenkomstig het KD. Daarnaast observeert hij of een student zich

actief inzet en let hij op de manier waarop een student kennis en

vaardigheden toepast.

De beoordeling wordt uitgedrukt door middel van een O,V of G.

Uitvoering Vooraf is bepaald of de student de opdracht individueel uitvoert of

samenwerkend in een groep.