Zorg & Welzijn serie 2014
6
Competentie C: Begeleiden
Werkprocessen:
2.1 Biedt het kind/de jongere opvang
(BP 1.3, BP 2.4)
Componenten:
coachen
Eindgedrag:
Je geeft het kind heldere, eerlijke en constructieve feedback en stimuleert om alternatieven uit te proberen,
zodat je het functioneren van het kind versterkt.
2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging
(BP 1.1, BP 1.5)
Componenten:
adviseren
Eindgedrag:
Je adviseert het kind over het aanpakken van de persoonlijke verzorging, zodat het kind hier inzicht in krijgt
en dit (zoveel mogelijk) zelfstandig kan uitvoeren.
2.3 Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden
(BP 1.2, BP 2.3)
Componenten:
anderen ontwikkelen
Eindgedrag:
Je schept een uitdagende en geschikte ruimte/omgeving met kansen en mogelijkheden voor ontwikkeling
van kinderen en toetst deze aan richtlijnen, zodat je de kinderen op een veilige manier stimuleert in hun
ontwikkeling.
2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
(BP1.3,BP 2.5,
Voortgangsgesprek fase 2, BP3.1)
Componenten:
motiveren
Eindgedrag:
Je motiveert het kind om zijn best te doen, uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken,
zodat je het kind in zijn ontwikkeling stimuleert.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
ontwikkelingspsychologie
(ontwikkeling van kinderen/jongeren
op cognitief, motorisch, sociaal en
emotioneel gebied)
•
•
(ortho)pedagogische theorieën
•
•
de verschillende doelgroepen
•
•
verschillende
begeleidingsmethodieken
•
•
het begeleidingsplan van het kind/
de jongere
•
•
verschillende
communicatietechnieken
•
•
groepsprocessen/groepsdynamica
•
•
activeringsdoelen
•
•
de regels met betrekking tot
feedback geven en ontvangen
•
•
ontwikkelingsgerichte activiteiten
•
•
ontwikkelingspsychologie
•
•
methodiek Voor- en Vroegschoolse
Educatie (VVE)
•
•
de communicatie en je gedrag afstemmen
op het kind/de jongere
•
•
begeleidingsmethodieken toepassen
•
•
verschillende vaardigheden gebruiken op
het gebied van gedragsbeïnvloeding
•
•
communiceren in helder Nederlands,
afgestemd op de doelgroep
•
•
observeren en signaleren
•
•
adviseren vanuit een coachende
benadering
•
•
motiveren
•
•
activiteiten doelgericht inzetten,
afgestemd op de ontwikkelmogelijkheden
en behoeften van het kind/de jongere
•
•
groepsprocessen hanteren
•
•
feedback geven
•
•
verschillende vaardigheden gebruiken op
het gebied van gedragsbeïnvloeding en/
of begeleidingsmethoden
•
•
instrueren en adviseren
•
•
geduldig
•
•
respectvol
•
•
congruent
•
•
consequent
•
•
reflectief
•
•
initiatiefrijk
•
•
stressbestendig
•
•
zelfbewust
•
•
creatief
•
•
belangstellend
•
•
motiverend
•
•
empathisch
•
•
...................