CZW20120205 - page 14

12
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - Fase 3
voldoende
goed
onvoldoende
J Formuleren en
rapporteren
–– vlot en bondig formuleren
–– structuur aanbrengen
P
Dit betekent dat:
• je de benodigde gegevens verwerkt
• je hoofd- en bijzaken onderscheidt
zodat:
• het door jou bijgestelde ondersteuningsplan voor de cliënt
en voor de professionals begrijpelijk en richting gevend is
voor de begeleiding van de cliënt.
M Analyseren
–– informatie uiteenrafelen
–– conclusies trekken
T
Dit betekent dat:
• je beschikbare gegevens analyseert
• je relaties legt tussen de gegevens
• je gegevens combineert uit verschillende bronnen
zodat:
• het een duidelijk, realistisch en werkbaar door jou bijgesteld
ondersteuningsplan oplevert.
Werkproces 1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplan
J Formuleren en
rapporteren
–– vlot en bondig formuleren
–– structuur aanbrengen
P
Dit betekent dat:
• je de benodigde gegevens verwerkt
• je hoofd- en bijzaken onderscheidt
zodat:
• het door jou bijgestelde ondersteuningsplan voor de cliënt
en voor de professionals begrijpelijk en richtinggevend is
voor de begeleiding van de cliënt.
K Vakdeskundigheid
toepassen
–– vakspecifieke mentale
vermogens aanwenden
T
Dit betekent dat:
• je een keuze kan maken voor bepaalde activiteiten en
begeleidingsvormen
• je hierbij gebruik maakt van je kennis van
activiteitenbegeleiding
zodat:
• je activiteitenplan bijdraagt aan het realiseren van de
doelstellingen uit het bijgestelde ondersteuningsplan.
Q Plannen en
organiseren
–– doelen en prioriteiten
stellen
–– activiteiten plannen
T
Dit betekent dat:
• je duidelijke en heldere doelen stelt
• je prioriteiten stelt
• je activiteiten plant in de tijd
zodat:
• je activiteitenplan uitvoerbaar is en aansluit bij de
mogelijkheden van de cliënt en de organisatie.
1...,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13 15,16,17,18
Powered by FlippingBook