CZW20120205 - page 15

13
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
COÖRDINEREN VAN DE BEGELEIDING
voldoende
goed
onvoldoende
R Op de behoeften en
verwachtingen van de
klant richten
–– aansluiten bij behoeften
en verwachtingen
P
Dit betekent dat:
• je samen met de cliënt (als dit mogelijk is) wensen en
mogelijkheden vertaalt in concrete activiteiten
zodat:
• je activiteitenplan aansluit bij de leeftijd, achtergrond en
ontwikkelingsfase van de cliënt en de cliënt zich kan vinden
in de geboden ondersteuning.
Werkproces 3.4 Voert coördinerende taken uit
B Aansturen
(alleen voor pbsd)
–– instructies en aanwijzingen
geven
–– richting geven
P
Dit betekent dat:
• je afspraken maakt over wat er moet gebeuren en wanneer
• je zorg draagt voor duidelijke informatie/instructies
• je aangeeft wat je van andere medewerkers en deskundigen
verwacht en erop toeziet dat dat gebeurt
zodat:
• door jouw aansturing de ondersteuning organisatorisch goed
verloopt en voldoet aan de wettelijke eisen.
E Samenwerken en
overleggen
–– proactief informeren
–– openhartig en oprecht
communiceren
–– bijdrage van anderen
waarderen
T
Dit betekent dat:
• je waardering toont voor de ideeën en bijdragen van
collega’s in het team
• je kennis en ervaringen deelt
• je zaken in het functioneren van medewerkers bespreekbaar
maakt, door feedback te geven
zodat:
• jij eraan bijdraagt dat de kwaliteit van de dienstverlening
door de medewerkers optimaliseert.
Q Plannen en
organiseren
–– doelen en prioriteiten
stellen
–– mensen en middelen
organiseren
–– voortgang bewaken
T
Dit betekent dat:
• je de beschikbaarheid van essentiële middelen garandeert
• je duidelijke afspraken maakt met andere medewerkers en
eventuele deskundigen van andere disciplines
• je de voortgang bewaakt
zodat:
• door jouw coördinatie de ondersteuning organisatorisch goed
verloopt en voldoet aan de wettelijke eisen.
1...,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14 16,17,18
Powered by FlippingBook